Rapunzeltje was een noodsprong.
Eigenlijk ben ik gewoon Repel!
Ik ben verstandig geworden.
Rapunzeltje stopt hier, what was I thinking!
Repel pakt de draad weer op, maar dan elders:
HIER!
donderdag 8 september 2011
dinsdag 6 september 2011
Een logje van los zand
Er gebeurt van alles in Casa Repel. Er is veel "loos", er speelt veel. In mijn bol heb ik alles wel op orde, voor zover mijn hersenschudding dat toelaat, maar ik kan er geen consistent logje over dichten. Niks heeft namelijk met elkaar te maken, behalve het feit dat het zich allemaal op dit moment afspeelt. In mijn leven.
Het is weer helemaal mis met Wijzemans.
Net nu we bij een bekkenbodemspecialist lopen, is het weer helemaal loos. Het vermoeden (de nieuwste diagnose in de serie der...) is dat Wijzemans nooit heeft geleerd wat "ontlasten" is, nooit heeft geleerd om zijn bekkenbodem te ontspannen. Dat houdt in dat hij op het moment dat hij aandrang voelt, hij het door zijn aangespannen bekkenbodem heen moet persen. Het probleem nu echter is dat de enthousiaste specialist ook wil weten hoe vaak hij drinkt, wat hij drinkt en hoeveel, hoe vaak hij plast, hoe laat...en hoeveel. Lijsten per dag moeten we bijhouden. We zijn er braaf mee begonnen, maar we hebben na drie dagen besloten burgelijk ongehoorzaam te zijn. Djiez....dit is geen doen, hij heeft geen probleem met plassen, en we gaan dit kind niet opzadelen met maatbekers op het toilet. Wij zien er op die manier namelijk zomaar een plasprobleem bijkomen in plaats van dat er een poepprobleem vanaf gaat. In twittertermen: #frustratie. Probleem is alleen dat ik de confrontatie met de arts nog moet aangaan over de burgerlijke ongehoorzaamheid.
Ik weet wat we moeten doen en daar heb ik tijd voor nodig: Wijzemans moet zijn sterke brein inzetten om zijn lijf mee te laten werken, maar alleen hij kan dat. Voor nu ziet hij zijn lijf falen...en hij houdt niet van falen. Ik heb wat tijd met hem nodig en dat heeft niks te maken met milliliters plassen. Ik ken mijn Wijzemans.
Bijkomend probleem is echter dat Draakje in Wijzemans' kielzog meevaart. Of het nu afkijken is, na-apen, of meer van hetzelfde...de uitkomst is hetzelfde. Bij tijd en wijle staat de stront ons tot de lippen...
...en dan hebben we het nog niet eens...
...over Lewis gehad.
We staan weer op dat punt. Maar dit keer anders want Lewis gaat achteruit. We zien het aan haar. Ondanks de laatste tips and tricks, en het rotsvaste vertrouwen in "we gaan het wel uitzingen", gaat het nu ineens "anders". Ze kakt nu overal. Op het punt dat je denkt (weet!) "dit is niet meer verantwoord voor het huishouden, voor de hygiëne". Ik spreek niks uit, maar ik weet wel dat dit niet meer kan. Nu echt niet meer. Mijn brein raast voort, maar ik typ er geen letter meer over.
Op werk is het spannend.
Leuk hoor, een verantwoorde baan met een leuk salaris, maar de output moet navenant zijn. Deze weken waren werkelijk mijn meest spannende weken ooit, waarin ik allerlei dingen heb moeten doen die ik nog nooit heb gedaan: degene zijn die toestemming geeft in plaats van het te moeten vragen, bobo's heb moeten informeren over wat ik heb uitgespookt zodat zij er goed opstaan, regelen en doen zodat er Belangrijke Handtekeningen worden gezet op Belangrijke Contracten. Contracten die ik heb verzonnen en voor elkaar heb gekregen. (Lees tussen de regels: als het niet lukt is het mijn hoofd op het hakblok.) En net op het moment dat alles om alles gaat in de laatste spreekwoordelijke meters, klap ik mezelf een hersenschudding. Yep: Alles zit 'm in de timing. Vraag maar aan Bolt op de finale 100 meter, die weet er ook alles van.
Och! hoe makkelijk is het dan om al je ellende in je oorlel te stoppen! Mijn oorlel was een makkelijk slachtoffer van al mijn frustraties. Een bijna verwaarloosde hersenschudding erbovenop en ik kon al mijn frustraties en angsten verstoppen in lel en hoofd.
Er speelt namelijk uiteraard nog meer dat ik niet aan deze log toevertrouw. Jullie kennen me: ik ben selectief belachelijk open. Ik heb het er maar druk mee...wij hebben het er thuis maar druk mee.
Maar. En. Dus. Want. Niet alles is kommer en kwel. In het westen is er wel degelijk nieuws: waar ons hart in positieve zin van overloopt momenteel...
....is: het nestje!
5 teefjes, 4 reutjes: wie van de 5 teefjes het wordt, weten we nog niet, we weten al wel dat we haar (uiteraard naar Casa Repel-Detective-Traditie) Fletcher gaan noemen.
Waarom weten we nog niet wie het wordt, vraagt u zich af? Nou, omdat de fokker met een week of 7 naar de karakters van de teefjes gaat kijken, en dat zo goed mogelijk gaat matchen met de toekomstige eigenaren. Ik vermoed dat de fokker nu al uitkijkt naar een Draakje-proof-teefje.
Ik heb, oh hoe techneutisch volslagen onverantwoord, met mijn iPhone een foto gemaakt van een beeldscherm waar de webcam van het nestje op te zien was (volgt u het nog?)
17 september gaan wij op "kraamvisite", half oktober komt "ze" (ze is een van de wormpjes in onderstaande beelden) bij ons:
Het is weer helemaal mis met Wijzemans.
Net nu we bij een bekkenbodemspecialist lopen, is het weer helemaal loos. Het vermoeden (de nieuwste diagnose in de serie der...) is dat Wijzemans nooit heeft geleerd wat "ontlasten" is, nooit heeft geleerd om zijn bekkenbodem te ontspannen. Dat houdt in dat hij op het moment dat hij aandrang voelt, hij het door zijn aangespannen bekkenbodem heen moet persen. Het probleem nu echter is dat de enthousiaste specialist ook wil weten hoe vaak hij drinkt, wat hij drinkt en hoeveel, hoe vaak hij plast, hoe laat...en hoeveel. Lijsten per dag moeten we bijhouden. We zijn er braaf mee begonnen, maar we hebben na drie dagen besloten burgelijk ongehoorzaam te zijn. Djiez....dit is geen doen, hij heeft geen probleem met plassen, en we gaan dit kind niet opzadelen met maatbekers op het toilet. Wij zien er op die manier namelijk zomaar een plasprobleem bijkomen in plaats van dat er een poepprobleem vanaf gaat. In twittertermen: #frustratie. Probleem is alleen dat ik de confrontatie met de arts nog moet aangaan over de burgerlijke ongehoorzaamheid.
Ik weet wat we moeten doen en daar heb ik tijd voor nodig: Wijzemans moet zijn sterke brein inzetten om zijn lijf mee te laten werken, maar alleen hij kan dat. Voor nu ziet hij zijn lijf falen...en hij houdt niet van falen. Ik heb wat tijd met hem nodig en dat heeft niks te maken met milliliters plassen. Ik ken mijn Wijzemans.
Bijkomend probleem is echter dat Draakje in Wijzemans' kielzog meevaart. Of het nu afkijken is, na-apen, of meer van hetzelfde...de uitkomst is hetzelfde. Bij tijd en wijle staat de stront ons tot de lippen...
...en dan hebben we het nog niet eens...
...over Lewis gehad.
We staan weer op dat punt. Maar dit keer anders want Lewis gaat achteruit. We zien het aan haar. Ondanks de laatste tips and tricks, en het rotsvaste vertrouwen in "we gaan het wel uitzingen", gaat het nu ineens "anders". Ze kakt nu overal. Op het punt dat je denkt (weet!) "dit is niet meer verantwoord voor het huishouden, voor de hygiëne". Ik spreek niks uit, maar ik weet wel dat dit niet meer kan. Nu echt niet meer. Mijn brein raast voort, maar ik typ er geen letter meer over.
Op werk is het spannend.
Leuk hoor, een verantwoorde baan met een leuk salaris, maar de output moet navenant zijn. Deze weken waren werkelijk mijn meest spannende weken ooit, waarin ik allerlei dingen heb moeten doen die ik nog nooit heb gedaan: degene zijn die toestemming geeft in plaats van het te moeten vragen, bobo's heb moeten informeren over wat ik heb uitgespookt zodat zij er goed opstaan, regelen en doen zodat er Belangrijke Handtekeningen worden gezet op Belangrijke Contracten. Contracten die ik heb verzonnen en voor elkaar heb gekregen. (Lees tussen de regels: als het niet lukt is het mijn hoofd op het hakblok.) En net op het moment dat alles om alles gaat in de laatste spreekwoordelijke meters, klap ik mezelf een hersenschudding. Yep: Alles zit 'm in de timing. Vraag maar aan Bolt op de finale 100 meter, die weet er ook alles van.
Och! hoe makkelijk is het dan om al je ellende in je oorlel te stoppen! Mijn oorlel was een makkelijk slachtoffer van al mijn frustraties. Een bijna verwaarloosde hersenschudding erbovenop en ik kon al mijn frustraties en angsten verstoppen in lel en hoofd.
Er speelt namelijk uiteraard nog meer dat ik niet aan deze log toevertrouw. Jullie kennen me: ik ben selectief belachelijk open. Ik heb het er maar druk mee...wij hebben het er thuis maar druk mee.
Maar. En. Dus. Want. Niet alles is kommer en kwel. In het westen is er wel degelijk nieuws: waar ons hart in positieve zin van overloopt momenteel...
....is: het nestje!
5 teefjes, 4 reutjes: wie van de 5 teefjes het wordt, weten we nog niet, we weten al wel dat we haar (uiteraard naar Casa Repel-Detective-Traditie) Fletcher gaan noemen.
Waarom weten we nog niet wie het wordt, vraagt u zich af? Nou, omdat de fokker met een week of 7 naar de karakters van de teefjes gaat kijken, en dat zo goed mogelijk gaat matchen met de toekomstige eigenaren. Ik vermoed dat de fokker nu al uitkijkt naar een Draakje-proof-teefje.
Ik heb, oh hoe techneutisch volslagen onverantwoord, met mijn iPhone een foto gemaakt van een beeldscherm waar de webcam van het nestje op te zien was (volgt u het nog?)
17 september gaan wij op "kraamvisite", half oktober komt "ze" (ze is een van de wormpjes in onderstaande beelden) bij ons:
zaterdag 3 september 2011
Ik en mijn humeur
Blind doorgaan, ik schijn daar iets mee te hebben.
Ik heb eerder een hersenschudding opgelopen.
Ook toen bleef ik vrolijk een week rondlopen met koppijn.
Mijn verhaal met een dikke laag "oh ik domme ik" vertellend aan iedereen met een dikke glimlach.
De pijn nekte me echter gestaag.
Tegen de tijd dat de dokter toen een bijna verwaarloosde hersenschudding vaststelde, was ik ook door al mijn vrolijke nepreserves heen.
Het herstel heeft me nogal wat gekost destijds.
En sinds vrijdag bevind ik me weer op die plek.
Te hard doorgegaan.
Blind, mezelf negerend doorgelopen.
Zelfs toen de dok zei dat ik moest rusten kreeg ik mezelf niet tot rust.
Ik had nog vier afspraken staan die dag en ik zou ze allemaal doen.
En daarna zou ik wel rusten. Maar pas nadat ik eerst nog even die 20 kilometer zou hebben gedraafd de volgende ochtend. Want dat stond gewoon op de rol.
En oh ja, boe-haha en moet je mijn oorlel eens zien, lachen, toch?
Hoofdpijn? Even geen tijd voor.
Op weg naar afspraak nummer 2 zakte ik echter door mijn fysieke bodem.
Ik moest stoppen en kwam tot de verrassende conclusie dat de wereld niet vergaat als je afspraken vanwege overmacht moet afzeggen.
*goh!*
Sindsdien ben ik ook door mijn emotionele bodem gezakt en vind ik het allemaal niet zo hilarisch meer.
Ik ben niet te genieten.
Ik slaap de hele dag door en ben niet te genieten.
Het is allemaal niet hilarisch en niet leuk.
Ik erger me rot aan alles en voor de rest slaap ik.
En zelfs dit is een logje van niks.
So shoot me.
Ik heb eerder een hersenschudding opgelopen.
Ook toen bleef ik vrolijk een week rondlopen met koppijn.
Mijn verhaal met een dikke laag "oh ik domme ik" vertellend aan iedereen met een dikke glimlach.
De pijn nekte me echter gestaag.
Tegen de tijd dat de dokter toen een bijna verwaarloosde hersenschudding vaststelde, was ik ook door al mijn vrolijke nepreserves heen.
Het herstel heeft me nogal wat gekost destijds.
En sinds vrijdag bevind ik me weer op die plek.
Te hard doorgegaan.
Blind, mezelf negerend doorgelopen.
Zelfs toen de dok zei dat ik moest rusten kreeg ik mezelf niet tot rust.
Ik had nog vier afspraken staan die dag en ik zou ze allemaal doen.
En daarna zou ik wel rusten. Maar pas nadat ik eerst nog even die 20 kilometer zou hebben gedraafd de volgende ochtend. Want dat stond gewoon op de rol.
En oh ja, boe-haha en moet je mijn oorlel eens zien, lachen, toch?
Hoofdpijn? Even geen tijd voor.
Op weg naar afspraak nummer 2 zakte ik echter door mijn fysieke bodem.
Ik moest stoppen en kwam tot de verrassende conclusie dat de wereld niet vergaat als je afspraken vanwege overmacht moet afzeggen.
*goh!*
Sindsdien ben ik ook door mijn emotionele bodem gezakt en vind ik het allemaal niet zo hilarisch meer.
Ik ben niet te genieten.
Ik slaap de hele dag door en ben niet te genieten.
Het is allemaal niet hilarisch en niet leuk.
Ik erger me rot aan alles en voor de rest slaap ik.
En zelfs dit is een logje van niks.
So shoot me.
maandag 29 augustus 2011
Feitjes, wetenswaardigheden en spotten met de statistiek!
Subtitel: deze agnost heeft haar kinderen vernoemd naar twee apostelen en de derde een christen genoemd.
In een grijs verleden, nog voor de tijd van DNA onderzoek, heb ik als student chemie een weekje rondgehobbeld op het NFI. Dat heette toen nog het gerechtelijk laboratorium. (Oma vertelt.) Aan het begin van de week werd ons gevraagd (vrijwillig) bloed af te staan zodat ze het konden typeren. Naast je bloedgroep en je Rhesusfactor heb je namelijk nog meer stoffen in je bloed die in een aantal varianten kunnen voorkomen. Elk met hun eigen mate van waarschijnlijkheid van voorkomen. Hoe groter de populatie in de databank, hoe nauwkeuriger de statistiek en hoe groter de zekerheid bij een vergelijking van sporen, dat was het idee. Als wortel werd ons voorgehouden dat aan het eind van de week bekend zou worden gemaakt wie van ons klasje het meest zeldzame type bloed had en wie het meest voorkomende soort bloed (het zogenaamde melkboerenhondenbloed, met drie keer woordwaarde).
Wat bleek: er was er één in ons klasje die van alle factoren in het bloed de meest zeldzame variant bezat. De wetenschapper van het gerechtelijk lab was lyrisch: de kans dat er in Nederland nóg iemand rondliep met datzèlfde bloed was nihìl! De jongen in kwestie antwoordde droog: ja maar, ik heb een identieke tweelingbroer. Och, wat vonden wij beta-nerds dat grappig!
En toen *ra-pa-pa, tromgeroffel* wie had het melkboerenhondenbloed? Je raadt het al. Ik. Van (bijna) alle factoren had ik de meest voorkomende. Tegen de tijd dat iedereen was uitgegniffeld en ik mijn blozende wangen weer een beetje onder controle had, kwam de toevoeging: "....ware het niet dat we 1 factor buiten beschouwing hebben moeten laten, want daarvan heeft u een variant die we niet kennen. We konden u dus met goed fatsoen niet meenemen in de statistiek. U kunt maar beter geen misdaad plegen, want uw bloed is uniek."
En dat was voor DNA. (En ja, het is normaal dat ze studenten met U aanspreken, vond ik toen ook al gek.) Maar goed, mijn bloed spot met de statistiek. Ik hou van mijn bloed.
Statistiek dus...dit verhaaltje was een aanloop...
De Bevelvoerder's naam en mijn naam zijn op 1 letter na anagrammen van elkaar. En zelfs die ene letter spreek je nog bijna hetzelfde uit. Ik vind dat leuk. Bevelvoerder's naam is nu mateloos impopulair: bijna niemand noemt zijn kind meer zo. Mijn man is geboren in het piekjaar van de populariteit van de naam. Maar liefst 1711 jongetjes werden er dat jaar geboren met die naam.
Mijn naam is verzonnen in 1902, maar bereikte het grote publiek pas in 1953, toen het boek verfilmd werd. En *plop* je ziet de naam opkomen: daarvoor bestond hij gewoon niet. Ik had een populaire naam avant la lettre. De bulk van ladies met mijn naam is minimaal 3 - 4 jaar jonger dan ik. Dus als je me jonger schat, dan weet je hoe het komt: ik heb gewoon een hele jonge naam! Maar goed: nog steeds 647 in mijn jaar met mijn naam!
De naam van Spelmaker is oud en kent vele varianten. Hij heeft een redelijk nieuwerwetse spelling en dat zie je aan de statistiek. Maar met zijn naam hebben we het wiel niet uitgevonden: oh, oh, oh, wat deden wij mee met de populariteitsgolf! 581 in zijn geboortejaar. Maar Spelmaker was al voorbestemd om zo te heten. Hij is op een romantische wijze vernoemd. Dat logje volgt ooit wel eens...
Wijzemans heeft ook zo'n nieuwe naam, net zoals mijn naam. Zijn naam kwam iets minder plots oppoppen want het is een wat meer logische verbastering van een ouderwetse naam die ineens im schwung komt. En weer doen wij mee met de populariteit: zijn geboortejaar is net niet de piek, maar wel in de grote golf. 348 in zijn jaar.
Draakje ten slotte heeft een zeldzame naam. Athans, in Nederland. (Moet je eens bij onze oosterburen kijken!) Zijn naam is een verbastering van Christen. Ook bij hem rijden we mee op de populariteitsgolf...maar let op de schaalgrootte: Slechts 21 jongetjes in 2007 kregen die naam. Dat is nog eens wat anders dan honderden! Het jaar daarop 18. Dat is heul weinig.
21 jongetjes in Nederland die in 2011 4 zijn geworden, 18 in 2012....21+18 jongetjes = 39 jongetjes in Nederland die zo heten en die nu in groep 1/2 zitten.
En ons Draakje zit bij een naamgenoot in de klas hier in kneuterig klein Repeldorp.
Draakje en mijn bloed spotten met de statistiek!
In een grijs verleden, nog voor de tijd van DNA onderzoek, heb ik als student chemie een weekje rondgehobbeld op het NFI. Dat heette toen nog het gerechtelijk laboratorium. (Oma vertelt.) Aan het begin van de week werd ons gevraagd (vrijwillig) bloed af te staan zodat ze het konden typeren. Naast je bloedgroep en je Rhesusfactor heb je namelijk nog meer stoffen in je bloed die in een aantal varianten kunnen voorkomen. Elk met hun eigen mate van waarschijnlijkheid van voorkomen. Hoe groter de populatie in de databank, hoe nauwkeuriger de statistiek en hoe groter de zekerheid bij een vergelijking van sporen, dat was het idee. Als wortel werd ons voorgehouden dat aan het eind van de week bekend zou worden gemaakt wie van ons klasje het meest zeldzame type bloed had en wie het meest voorkomende soort bloed (het zogenaamde melkboerenhondenbloed, met drie keer woordwaarde).
Wat bleek: er was er één in ons klasje die van alle factoren in het bloed de meest zeldzame variant bezat. De wetenschapper van het gerechtelijk lab was lyrisch: de kans dat er in Nederland nóg iemand rondliep met datzèlfde bloed was nihìl! De jongen in kwestie antwoordde droog: ja maar, ik heb een identieke tweelingbroer. Och, wat vonden wij beta-nerds dat grappig!
En toen *ra-pa-pa, tromgeroffel* wie had het melkboerenhondenbloed? Je raadt het al. Ik. Van (bijna) alle factoren had ik de meest voorkomende. Tegen de tijd dat iedereen was uitgegniffeld en ik mijn blozende wangen weer een beetje onder controle had, kwam de toevoeging: "....ware het niet dat we 1 factor buiten beschouwing hebben moeten laten, want daarvan heeft u een variant die we niet kennen. We konden u dus met goed fatsoen niet meenemen in de statistiek. U kunt maar beter geen misdaad plegen, want uw bloed is uniek."
En dat was voor DNA. (En ja, het is normaal dat ze studenten met U aanspreken, vond ik toen ook al gek.) Maar goed, mijn bloed spot met de statistiek. Ik hou van mijn bloed.
Statistiek dus...dit verhaaltje was een aanloop...
De Bevelvoerder's naam en mijn naam zijn op 1 letter na anagrammen van elkaar. En zelfs die ene letter spreek je nog bijna hetzelfde uit. Ik vind dat leuk. Bevelvoerder's naam is nu mateloos impopulair: bijna niemand noemt zijn kind meer zo. Mijn man is geboren in het piekjaar van de populariteit van de naam. Maar liefst 1711 jongetjes werden er dat jaar geboren met die naam.
Mijn naam is verzonnen in 1902, maar bereikte het grote publiek pas in 1953, toen het boek verfilmd werd. En *plop* je ziet de naam opkomen: daarvoor bestond hij gewoon niet. Ik had een populaire naam avant la lettre. De bulk van ladies met mijn naam is minimaal 3 - 4 jaar jonger dan ik. Dus als je me jonger schat, dan weet je hoe het komt: ik heb gewoon een hele jonge naam! Maar goed: nog steeds 647 in mijn jaar met mijn naam!
De naam van Spelmaker is oud en kent vele varianten. Hij heeft een redelijk nieuwerwetse spelling en dat zie je aan de statistiek. Maar met zijn naam hebben we het wiel niet uitgevonden: oh, oh, oh, wat deden wij mee met de populariteitsgolf! 581 in zijn geboortejaar. Maar Spelmaker was al voorbestemd om zo te heten. Hij is op een romantische wijze vernoemd. Dat logje volgt ooit wel eens...
Wijzemans heeft ook zo'n nieuwe naam, net zoals mijn naam. Zijn naam kwam iets minder plots oppoppen want het is een wat meer logische verbastering van een ouderwetse naam die ineens im schwung komt. En weer doen wij mee met de populariteit: zijn geboortejaar is net niet de piek, maar wel in de grote golf. 348 in zijn jaar.
Draakje ten slotte heeft een zeldzame naam. Athans, in Nederland. (Moet je eens bij onze oosterburen kijken!) Zijn naam is een verbastering van Christen. Ook bij hem rijden we mee op de populariteitsgolf...maar let op de schaalgrootte: Slechts 21 jongetjes in 2007 kregen die naam. Dat is nog eens wat anders dan honderden! Het jaar daarop 18. Dat is heul weinig.
21 jongetjes in Nederland die in 2011 4 zijn geworden, 18 in 2012....21+18 jongetjes = 39 jongetjes in Nederland die zo heten en die nu in groep 1/2 zitten.
En ons Draakje zit bij een naamgenoot in de klas hier in kneuterig klein Repeldorp.
Draakje en mijn bloed spotten met de statistiek!
vrijdag 26 augustus 2011
Master of Overspronggedrag
Een gaatje,
twee gaatjes,
drie gaatjes,
vier gaatjes....
En toen dacht ik: weet je wat leuk is? Allemaal dezelfde oorbellen in alle gaatjes. Allemaal op een rijtje. En toen de bestelling van de vier identieke paren binnenkwam, besloot ik spontaan een vijfde gaatje te prikken. Vier keer dezelfde op rij...en een vijfde knopje.
Twee jaar lang kon je me zo uittekenen.
Dag en nacht. 24/7.
Kon. Met de nadruk op verleden tijd.
Vandaag ben ik gekletterd met de fiets. Een enorme knal.
Twee open knieen, twee blauwe schenen, twee open ellebogen, een bloedende vinger, een beurse kaak...en pijn aan mijn hoofd.
Maar mijn fiets deed het nog.
Ik stapte op en fietste door met een overkill aan overspronggedrag.
(Google maar, als je niet weet wat het is.)
Ik fietste door naar het winkelcentrum, want ik was op weg melk te halen.
Ik voel aan mijn oor en zie een bietske bloed op mijn vingertop.
Een beetje maar.
Ik stal mijn fiets, bel de Bevelvoerder en al kletsend door de parkeergarage zeg ik dat ik even wil kijken hoe mijn oor eruit ziet, voordat ik al overspronggedragend de AH in wil lopen..
Ik kan mijn telefoon bijna niet vasthouden van het trillen en ik kan bijna niet op mijn benen staan.
Maar ik klets al overspronggedragend door.
Al kletsend met hem kijk in de spiegel.
Drie van de vier dezelfde oorbellen zijn weg.
En de mate waarin mijn oorlel is uitgescheurd is indrukwekkend.
Oh, zeg ik, ik ga even naar het ziekenhuis, ik bel je later terug.
Ik stap op de fiets en bel al overspronggedragend mijn moeder:
Mam, ik ben gevallen, ik ben even naar de eerste hulp, haal jij de kinderen, ik bel als ik weet hoe laat ik thuiskom.
Ik fiets naar de eerste hulp.
Ik hou onderweg een beetje mijn hand voor mijn oor, want het moet er vast een beetje raar uitzien.
*overspronggedrag*
Op de eerste hulp barst ik ineens in huilen uit, want nee, ik kon niet eerst langs mijn huisarts, die kan ik alleen 's ochtends bellen.
Het overspronggedrag is weg en ik tril als een bezetene.
Mijn knieeen beginnen pijn te doen.
Mijn oor klopt en bonkt.
Mijn oorlel was niet levensbedreigend, dus sloot ik achteraan elk soort van rij.
De waarschuwing kwam dat elk geval dat binnen zou komen voorrang zou krijgen boven mijn oorlel.
Ik neem alles voor waar aan en lees daas mijn timeline en zie tweets die ik niet zou mogen zien. (Iets over Hallmark kaarten, lieve Margriet en Monique!) Uiteindelijk loop ik met een gehecht oorlel weg. En stap ik, nog steeds trillend, op diezelfde fiets naar huis.
Stiekem vond ik mijn oren mijn handelsmerk, was ik retetrots op hoe je me kon uittekenen...
twee gaatjes,
drie gaatjes,
vier gaatjes....
En toen dacht ik: weet je wat leuk is? Allemaal dezelfde oorbellen in alle gaatjes. Allemaal op een rijtje. En toen de bestelling van de vier identieke paren binnenkwam, besloot ik spontaan een vijfde gaatje te prikken. Vier keer dezelfde op rij...en een vijfde knopje.
Twee jaar lang kon je me zo uittekenen.
Dag en nacht. 24/7.
Kon. Met de nadruk op verleden tijd.
Vandaag ben ik gekletterd met de fiets. Een enorme knal.
Twee open knieen, twee blauwe schenen, twee open ellebogen, een bloedende vinger, een beurse kaak...en pijn aan mijn hoofd.
Maar mijn fiets deed het nog.
Ik stapte op en fietste door met een overkill aan overspronggedrag.
(Google maar, als je niet weet wat het is.)
Ik fietste door naar het winkelcentrum, want ik was op weg melk te halen.
Ik voel aan mijn oor en zie een bietske bloed op mijn vingertop.
Een beetje maar.
Ik stal mijn fiets, bel de Bevelvoerder en al kletsend door de parkeergarage zeg ik dat ik even wil kijken hoe mijn oor eruit ziet, voordat ik al overspronggedragend de AH in wil lopen..
Ik kan mijn telefoon bijna niet vasthouden van het trillen en ik kan bijna niet op mijn benen staan.
Maar ik klets al overspronggedragend door.
Al kletsend met hem kijk in de spiegel.
Drie van de vier dezelfde oorbellen zijn weg.
En de mate waarin mijn oorlel is uitgescheurd is indrukwekkend.
Oh, zeg ik, ik ga even naar het ziekenhuis, ik bel je later terug.
Ik stap op de fiets en bel al overspronggedragend mijn moeder:
Mam, ik ben gevallen, ik ben even naar de eerste hulp, haal jij de kinderen, ik bel als ik weet hoe laat ik thuiskom.
Ik fiets naar de eerste hulp.
Ik hou onderweg een beetje mijn hand voor mijn oor, want het moet er vast een beetje raar uitzien.
*overspronggedrag*
Op de eerste hulp barst ik ineens in huilen uit, want nee, ik kon niet eerst langs mijn huisarts, die kan ik alleen 's ochtends bellen.
Het overspronggedrag is weg en ik tril als een bezetene.
Mijn knieeen beginnen pijn te doen.
Mijn oor klopt en bonkt.
Mijn oorlel was niet levensbedreigend, dus sloot ik achteraan elk soort van rij.
De waarschuwing kwam dat elk geval dat binnen zou komen voorrang zou krijgen boven mijn oorlel.
Ik neem alles voor waar aan en lees daas mijn timeline en zie tweets die ik niet zou mogen zien. (Iets over Hallmark kaarten, lieve Margriet en Monique!) Uiteindelijk loop ik met een gehecht oorlel weg. En stap ik, nog steeds trillend, op diezelfde fiets naar huis.
Stiekem vond ik mijn oren mijn handelsmerk, was ik retetrots op hoe je me kon uittekenen...
zondag 21 augustus 2011
Wist u dat?
Wist u dat wij een nieuw dood huisdier hebben?
Wijzemans *buiten adem hollend vanuit de speeltuin*: Ik heb een zielig klein diertje gevonden!
Ik *geschrokken uit mijn stoel springend*: Waar? Wat?
Hij: Hier!
Ik kijk in zijn hand en zie een heel klein wormpje.
Ik *even schakelend, want ik rekende op een muis o.i.d., maar enorm ontroerd door hem en dus enthousiast reagerend*: Een baby-worm!
Hij: We moeten hem redden!
Ik *pratend alsof we haast hebben*: Zet hem in de plant!
Voor de beeldvorming: In onze tegeltuin met kunstgras hebben we 1 pot met aarde met een stervende plant erin (sorry Rox). De rest van de middag komt Wijzemans met enige regelmaat vertellen hoe het met het zielige kleine diertje gaat. Hij zit er "heel stil", zegt hij, "hij is vast dood". En ik zeg hem dat 'ie vast alleen maar bang is, dat hij de plant water moet geven, dan kan het wormpje wat makkelijker de aarde induiken. Het zielige kleine diertje moet van de Grote Verhuizing vast heel moe zijn. Wijzemans ziet het totaal zitten en het ene bekertje na het andere gaat de pot van de stervende plant in. Wijzemans ziet het zielige kleine diertje vervolgens "sjezen over de aarde", wat volgens hem een goed teken is. Even later zien we het zielige kleine diertje niet meer. Wijzemans concludeert volkommen gelukkig dat hij in de aarde zit. Als papa de volgende dag thuiskomt, vertelt Wijzemans heel trots over het feit dat we een nieuw huisdier hebben. Eendood klein zielig diertje in de aarde van de bijna dode plant.
Wist u dat Draakje er een mening over heeft?
Hij: Mama, wil jij een keer de ruimte in? Naar de maan?
Ik *het spel helemaal meespelend, denk ik*: Ja! Naar de maan! Ga je dan met me mee?
Hij *heel resoluut*: Nee.
Ik *realiserend dat ik ergens de verkeerde afslag heb genomen*: Oh. Okay, en waarom niet?
Hij: Ik vind die pakken niet zo mooi.
Mijn zoon denkt dat ik graag lelijke pakken draag? Ik heb hem niet goed uitgevraagd, da's in ieder geval zeker. Nu blijf ik achter met een tergend knagende onzekerheid.
Wist u dat ik voor Spelmaker geen mam meer ben, maar ma-ham?
Ik: Lieffie, hoe gaat het op school?
Hij *zonder op te kijken*: Goed.
Ik: Ja maar, hoe gaat het in de klas, met D? En je nieuwe vriendjes?
Hij *volkomen berustend*: Niet zo leuk.
Ik *in de stress, ikrukhaarhoofderaf*: Jemig, Spelmaker, niet zo leuk?
Ik *argwanend as hell*: En zie je je oude vriendjes nog wel bij het buiten spelen?
Hij *zonder op te kijken*: Mwouah....
Ik *standje richting blinde paniek* : Lieffie, kijk me aan....hoe gaat het met je? Wat wil je?
Hij *dit gesprek volkomen beu*: Ma-ham, het is leuk! Ik krijg topo en volgende week een toets over de provincies en de week daarop met de hoofdsteden en de week daarop, .... en ik krijg ook nog geschiedenis.....
Ik *met een gelukzalige grijns op mijn smoelwerk*: .....
Wijzemans *buiten adem hollend vanuit de speeltuin*: Ik heb een zielig klein diertje gevonden!
Ik *geschrokken uit mijn stoel springend*: Waar? Wat?
Hij: Hier!
Ik kijk in zijn hand en zie een heel klein wormpje.
Ik *even schakelend, want ik rekende op een muis o.i.d., maar enorm ontroerd door hem en dus enthousiast reagerend*: Een baby-worm!
Hij: We moeten hem redden!
Ik *pratend alsof we haast hebben*: Zet hem in de plant!
Voor de beeldvorming: In onze tegeltuin met kunstgras hebben we 1 pot met aarde met een stervende plant erin (sorry Rox). De rest van de middag komt Wijzemans met enige regelmaat vertellen hoe het met het zielige kleine diertje gaat. Hij zit er "heel stil", zegt hij, "hij is vast dood". En ik zeg hem dat 'ie vast alleen maar bang is, dat hij de plant water moet geven, dan kan het wormpje wat makkelijker de aarde induiken. Het zielige kleine diertje moet van de Grote Verhuizing vast heel moe zijn. Wijzemans ziet het totaal zitten en het ene bekertje na het andere gaat de pot van de stervende plant in. Wijzemans ziet het zielige kleine diertje vervolgens "sjezen over de aarde", wat volgens hem een goed teken is. Even later zien we het zielige kleine diertje niet meer. Wijzemans concludeert volkommen gelukkig dat hij in de aarde zit. Als papa de volgende dag thuiskomt, vertelt Wijzemans heel trots over het feit dat we een nieuw huisdier hebben. Een
Wist u dat Draakje er een mening over heeft?
Hij: Mama, wil jij een keer de ruimte in? Naar de maan?
Ik *het spel helemaal meespelend, denk ik*: Ja! Naar de maan! Ga je dan met me mee?
Hij *heel resoluut*: Nee.
Ik *realiserend dat ik ergens de verkeerde afslag heb genomen*: Oh. Okay, en waarom niet?
Hij: Ik vind die pakken niet zo mooi.
Mijn zoon denkt dat ik graag lelijke pakken draag? Ik heb hem niet goed uitgevraagd, da's in ieder geval zeker. Nu blijf ik achter met een tergend knagende onzekerheid.
Wist u dat ik voor Spelmaker geen mam meer ben, maar ma-ham?
Ik: Lieffie, hoe gaat het op school?
Hij *zonder op te kijken*: Goed.
Ik: Ja maar, hoe gaat het in de klas, met D? En je nieuwe vriendjes?
Hij *volkomen berustend*: Niet zo leuk.
Ik *in de stress, ikrukhaarhoofderaf*: Jemig, Spelmaker, niet zo leuk?
Ik *argwanend as hell*: En zie je je oude vriendjes nog wel bij het buiten spelen?
Hij *zonder op te kijken*: Mwouah....
Ik *standje richting blinde paniek* : Lieffie, kijk me aan....hoe gaat het met je? Wat wil je?
Hij *dit gesprek volkomen beu*: Ma-ham, het is leuk! Ik krijg topo en volgende week een toets over de provincies en de week daarop met de hoofdsteden en de week daarop, .... en ik krijg ook nog geschiedenis.....
Ik *met een gelukzalige grijns op mijn smoelwerk*: .....
Labels:
kinderen,
opvoeden,
Rapunzel's life,
school
woensdag 17 augustus 2011
Home alone.....Dank voor het rondje virtueel duolopen!
Vanmorgen bracht ik drie Daltons naar school. Voor het eerst in 9 jaar liep ik vervolgens naar huis wetende dat ik de hele ochtend voor mezelf had op mijn roostervrije dag. En in het echt?
Vond ik er geen zak aan.
Ik had van te voren geprobeerd voor mezelf dates te regelen. Ik ken mezelf namelijk een beetje. En wat ik vreesde gebeurde daadwerkelijk; er stortte bij thuiskomst een oorverdovende stilte bovenop me.
"En nu?", dacht ik met mijn ziel onder mijn arm, rondkijkend in mijn huis zonder Daltons. "In hemelsnaam, wat nu?" Ik had met Ritchie pas om kwart over 9 afgesproken om een virtuele duoloop te gaan doen, maar ik was al om kwart voor 9 al thuis in mijn oorverdovend stille huis.
Het was een last minute date, het virtuele loopje. Nog net op het allerlaatste nippertje geregeld die ochtend. (Ik moet ooit eens iets loggen over het voorlaatste nippertje, daar hoor ik nooit iemand over praten!) Ik voelde de bui der Daltonloosheid namelijk al hangen. Picture it, twitter: Ik ga lopen, ik ook, oh wat leuk, hoe laat ga jij, oh dan ga ik ook, weet je wat, we maken er een virtueel duoloopje van. Zoiets. Hij in Friesland, ik in Zuid-Holland. Meestal loopt hij 10 keer zo ver/lang/snel als ik, maar kniesoor die daar op let!
Ik twitterde uit pure wanhoop om 5 voor 9 dat ik er al klaar voor was. Hij godzijdank ook...maar of ik mij iPhone mee zou nemen. Hmm. Nu ben ik helemaal van de techniek en van de gadgets en je kan mij niet zwaar genoeg behangen met GPS-, snelheid-, hartslag-, en ik weet niet wat voor meters, maar twitteren tijdens het lopen was voor mij nieuw. Geen bril op, zweethanden, autocorrectie; ik zag allerlei beren op de weg. Om maar niet te spreken over bekenden die mij zien lopen-twitteren en wenkbrauwen optrekken en zo. Maar goed, ik deed het en man oh man, wat was het leuk! Wellicht een beetje saai voor de niet-lopers onder ons om te vertellen dat ik dingen twitterde als "5 km", maar wij vonden het leuk!
Ik liep een rondje van 7,5 km. 5'28" de km, ik was blij. Ritchie liep hetzelfde rondje noggen keer, en uiteraard een stuk rapper. Hij is namelijk officieel maf, for the record. Maar ik had met hem dat tweede rondje eigenlijk moeten meelopen, want na mijn douche had ik nog een uur over voor ik de Daltons weer uit school mocht halen. Seriously, ik moet weer even leren wat het is om tijd voor mezelf te hebben en invulling vinden voor tijd voor mij. Het is bizar dat je vergeet wat chillen is.
Maar goed, vandaag was mijn vuurdoop en ben ik gered door een officiele mafketel. Thanx dear!
Vond ik er geen zak aan.
Ik had van te voren geprobeerd voor mezelf dates te regelen. Ik ken mezelf namelijk een beetje. En wat ik vreesde gebeurde daadwerkelijk; er stortte bij thuiskomst een oorverdovende stilte bovenop me.
"En nu?", dacht ik met mijn ziel onder mijn arm, rondkijkend in mijn huis zonder Daltons. "In hemelsnaam, wat nu?" Ik had met Ritchie pas om kwart over 9 afgesproken om een virtuele duoloop te gaan doen, maar ik was al om kwart voor 9 al thuis in mijn oorverdovend stille huis.
Het was een last minute date, het virtuele loopje. Nog net op het allerlaatste nippertje geregeld die ochtend. (Ik moet ooit eens iets loggen over het voorlaatste nippertje, daar hoor ik nooit iemand over praten!) Ik voelde de bui der Daltonloosheid namelijk al hangen. Picture it, twitter: Ik ga lopen, ik ook, oh wat leuk, hoe laat ga jij, oh dan ga ik ook, weet je wat, we maken er een virtueel duoloopje van. Zoiets. Hij in Friesland, ik in Zuid-Holland. Meestal loopt hij 10 keer zo ver/lang/snel als ik, maar kniesoor die daar op let!
Ik twitterde uit pure wanhoop om 5 voor 9 dat ik er al klaar voor was. Hij godzijdank ook...maar of ik mij iPhone mee zou nemen. Hmm. Nu ben ik helemaal van de techniek en van de gadgets en je kan mij niet zwaar genoeg behangen met GPS-, snelheid-, hartslag-, en ik weet niet wat voor meters, maar twitteren tijdens het lopen was voor mij nieuw. Geen bril op, zweethanden, autocorrectie; ik zag allerlei beren op de weg. Om maar niet te spreken over bekenden die mij zien lopen-twitteren en wenkbrauwen optrekken en zo. Maar goed, ik deed het en man oh man, wat was het leuk! Wellicht een beetje saai voor de niet-lopers onder ons om te vertellen dat ik dingen twitterde als "5 km", maar wij vonden het leuk!
Ik liep een rondje van 7,5 km. 5'28" de km, ik was blij. Ritchie liep hetzelfde rondje noggen keer, en uiteraard een stuk rapper. Hij is namelijk officieel maf, for the record. Maar ik had met hem dat tweede rondje eigenlijk moeten meelopen, want na mijn douche had ik nog een uur over voor ik de Daltons weer uit school mocht halen. Seriously, ik moet weer even leren wat het is om tijd voor mezelf te hebben en invulling vinden voor tijd voor mij. Het is bizar dat je vergeet wat chillen is.
Maar goed, vandaag was mijn vuurdoop en ben ik gered door een officiele mafketel. Thanx dear!
zondag 14 augustus 2011
The man formerly known as Stadler
Wij hebben deze vakantie voor de tweede maal meegemaakt hoe het is als je na twee jaar teruggaat naar dezelfde vakantiebestemming. Voor de tweede maal maakten wij mee hoe Draakje nu de leeftijd heeft op een vakantiebestemming die Wijzemans twee jaar daarvoor had op dezelfde plek.
De eerste keer dat we het meemaakten, heb ik een logje gewijd aan "Wijzemans toen" versus "Draakje op dat moment". Ik heb zelfs foto's geënsceneerd om een zo nauwkeurig mogelijke kopie te maken met het andere kind. Dat logje heette in 2008 Déjà vu
Nu, de tweede keer, heb ik het anders gedaan. Oftewel: Een logje over een jongetje dat toen heul lang haar had, over een jongetje dat ooit heul onschuldig leek, over een roze jurkje dat toen ONEINDIG belangrijk was voor iemand en...
Ra-pa-pa (*tromgeroffel*)....de uitschieter:
Over een grumpy old man die voorheen Stadler heette!
Toen keken we hier naar wolken en zochten we naar vormen.
Twee jaar later deden we dat hier ook.
Toen had Spelmaker hier heul lang haar en waren hij en zijn vader twee handen op een buik.
Twee jaar later heeft hij geen lang haar meer.
Maar voor de rest...
Twee jaar geleden wilde Wijzemans in het "verkleedkasteel" PERSE het roze jurkje aan.
Hij wilde twee jaar geleden namelijk prinses worden. (En profvoetballer....een magische combinatie.)
Dat hij het jurkje achter moest laten, heeft hij me maandenlang nagedragen.
Twee jaar later bleek het roze jurkje bezet toen we aankwamen.
Bezet door een voor mij volkomen onbekend, schattig klein meisje.
Wijzemans ondertussen, had andere kleren uitgezocht.
Het roze jurkje kon hem worst wezen.
Het kon mij echter wel wat schelen, dus zette ik (met toestemming van moeders) haar op de foto.
Twee jaar geleden werd hij hier deux ans!
Twee jaar later haalde hij hier de schoolgerechtige leeftijd.
Twee jaar geleden doopte ik hem en zijn maatje Stadler en Waldorff.
Twee jaar later is Stadler alleen over.
Ook jarig op 11 augustus, net als Draakje.
Twee jaar later is Stadler geen Stadler meer.
Stadler is een lieve man, vermomd in een laagje grommig.
Op 11 augustus -bijna aan het eind van de vakantie- loop ik het broodwinkeltje in.
Ik (grijnzend): weet je nog, nummer 100
Hij (semi-zuchtend): Oh ja, dat Leidse huisje. Allemaal gekken daar.
We spelen een spelletje.
Natuurlijk weet hij dat we in nummer 100 zitten.
Ik steek mijn hand uit en zeg: Gefeliciteerd!
Ik geef hem het kado dat we bij ons hebben.
Hij is zichtbaar onder de indruk.
Hij schudt mijn hand en buigt voorover om te zoenen.
Ik geef er drie. Links-rechts-links.
Nee, zegt hij, vier, anders telt het niet. Links-rechts-links-rechts.
's Middags zitten we op het terras en ik loop naar het winkeltje.
Ik wil een foto van hem en Draakje.
Hij: Moet dat?
Ik: Ah, toe?
Hij: Nou eentje dan.
En dan pakt hij een pakje tevoorschijn.
Hij heeft een kado voor Draakje.
De foto toen heb ik stiekem op afstand genomen en is enorm ingezoomd.
De foto nu is met tegenzin, maar met toestemming.
En ik weet nu ook hoe oud hij is geworden.
Toen ik op zaterdag afscheid van hem nam, wist ik dat ik hem vier zoenen moest geven.
Anders telt het niet.
De eerste keer dat we het meemaakten, heb ik een logje gewijd aan "Wijzemans toen" versus "Draakje op dat moment". Ik heb zelfs foto's geënsceneerd om een zo nauwkeurig mogelijke kopie te maken met het andere kind. Dat logje heette in 2008 Déjà vu
Nu, de tweede keer, heb ik het anders gedaan. Oftewel: Een logje over een jongetje dat toen heul lang haar had, over een jongetje dat ooit heul onschuldig leek, over een roze jurkje dat toen ONEINDIG belangrijk was voor iemand en...
Ra-pa-pa (*tromgeroffel*)....de uitschieter:
Over een grumpy old man die voorheen Stadler heette!
Toen keken we hier naar wolken en zochten we naar vormen.
Twee jaar later deden we dat hier ook.
Toen had Spelmaker hier heul lang haar en waren hij en zijn vader twee handen op een buik.
Twee jaar later heeft hij geen lang haar meer.
Maar voor de rest...
Twee jaar geleden wilde Wijzemans in het "verkleedkasteel" PERSE het roze jurkje aan.
Hij wilde twee jaar geleden namelijk prinses worden. (En profvoetballer....een magische combinatie.)
Dat hij het jurkje achter moest laten, heeft hij me maandenlang nagedragen.
Twee jaar later bleek het roze jurkje bezet toen we aankwamen.
Bezet door een voor mij volkomen onbekend, schattig klein meisje.
Wijzemans ondertussen, had andere kleren uitgezocht.
Het roze jurkje kon hem worst wezen.
Het kon mij echter wel wat schelen, dus zette ik (met toestemming van moeders) haar op de foto.
Twee jaar geleden werd hij hier deux ans!
Twee jaar later haalde hij hier de schoolgerechtige leeftijd.
Twee jaar geleden doopte ik hem en zijn maatje Stadler en Waldorff.
Twee jaar later is Stadler alleen over.
Ook jarig op 11 augustus, net als Draakje.
Twee jaar later is Stadler geen Stadler meer.
Stadler is een lieve man, vermomd in een laagje grommig.
Op 11 augustus -bijna aan het eind van de vakantie- loop ik het broodwinkeltje in.
Ik (grijnzend): weet je nog, nummer 100
Hij (semi-zuchtend): Oh ja, dat Leidse huisje. Allemaal gekken daar.
We spelen een spelletje.
Natuurlijk weet hij dat we in nummer 100 zitten.
Ik steek mijn hand uit en zeg: Gefeliciteerd!
Ik geef hem het kado dat we bij ons hebben.
Hij is zichtbaar onder de indruk.
Hij schudt mijn hand en buigt voorover om te zoenen.
Ik geef er drie. Links-rechts-links.
Nee, zegt hij, vier, anders telt het niet. Links-rechts-links-rechts.
's Middags zitten we op het terras en ik loop naar het winkeltje.
Ik wil een foto van hem en Draakje.
Hij: Moet dat?
Ik: Ah, toe?
Hij: Nou eentje dan.
En dan pakt hij een pakje tevoorschijn.
Hij heeft een kado voor Draakje.
De foto toen heb ik stiekem op afstand genomen en is enorm ingezoomd.
De foto nu is met tegenzin, maar met toestemming.
En ik weet nu ook hoe oud hij is geworden.
Toen ik op zaterdag afscheid van hem nam, wist ik dat ik hem vier zoenen moest geven.
Anders telt het niet.
woensdag 10 augustus 2011
De schoolgerechtigde leeftijd
Fearless.
Dat is mijn jongste.
Draagt zijn bijnaam Draakje als een Geuzentitel.
Durft alles, doet nog meer. (1)
Luistert voor geen meter.
Als hij het in zijn kop heeft, kunnen wij op ons hoofd gaan staan, maar hij doet het. (2)
Je kan zijn foto in de Dikke van Dale plakken onder het woord “ondeugd”.
Dan is verdere uitleg overbodig.
Begrijp me goed; er zit geen greintje kwaadaardigheid in, geen greintje geniepigheid of achterbaksheid.
Hij is één bonk, 100% pure, olijke, vrolijke, onschuldige ondeugd.
Met een hoofdletter O.
And he’s proud of it.
Voor diegene die hem niet goed in de smiezen heeft, is hij verbazingwekkend kwetsbaar en gevoelig.
Hij is namelijk een Draakje met een heel groot hart. (3)
En een heel klein hartje. (4)
Hij heeft haast om groot te worden (5) en hij is snugger (6).
Streetwise. (7)
En soms is hij gewoon nog heel klein. (8)
Een kusje van mama kan nog steeds alles genezen.
En morgen is het 11 augustus 2011.
Morgen wordt hij 4.
Onze jongste spruit gaat morgen de schoolgerechtigde leeftijd bereiken.
Vier jaar geleden had het maar een haartje gescheeld.
En morgen is hij vier.
Ons Draakje, ons wondertje wordt vier.
Wij vieren een feestje.
En we hebben een beetje medelijden met zijn toekomstige leerkrachten.
Vier is namelijk ook de schoolgerechtigde leeftijd.
Wat wil je op je verjaardag eten? "Rijst!"
Het kind eet het liefst de pan rijst leeg.
Dan weet u wat wij morgen eten...
Volleerd pistache-nootjes-eter.
Openknakken met de tanden, peuzelen en de dopjes in de asbak.
Alles met één hand.
Okay, ik plaatste hem al eerder op facebook, maar deze foto typeert hem wel!
Dude! I'm too sexy for this outfit!
Dansen durft hij niet.....maar wel met mama!
Vier...
(1) springt met een luide “joepie” overal vanaf in mijn armen, of ik nu oplet, of weet dat hij het gaat doen of niet
(2) een pijltje in mama’s oog schieten terwijl ik HEUL hard riep dat hij dat kermispistooltje weg moest leggen, nadat hij wist dat hij het überhaupt nooit had mogen pakken
(3) toen ik werd ‘aangereden’ door een winkelwagentje in mijn hiel (pijnlijk!) bood hij direct aan er een kusje op te geven
(4) hij mist Lewis zo op vakantie
(5) [quote] Ik ben niette kleine jonnen! [unquote]
(6) hij is al gespot door de juf van de plusgroep….oh dear…
(7) [quote] chill!! [unquote]
(8) hij neemt altijd de kuiten in de supermarkt, maar als hij me zoekt en ik ben niet exact daar waar hij me verwacht, is hij ineens heel bang en volgen de traantjes direct….”ik dacht dat je weg was”
Dat is mijn jongste.
Draagt zijn bijnaam Draakje als een Geuzentitel.
Durft alles, doet nog meer. (1)
Luistert voor geen meter.
Als hij het in zijn kop heeft, kunnen wij op ons hoofd gaan staan, maar hij doet het. (2)
Je kan zijn foto in de Dikke van Dale plakken onder het woord “ondeugd”.
Dan is verdere uitleg overbodig.
Begrijp me goed; er zit geen greintje kwaadaardigheid in, geen greintje geniepigheid of achterbaksheid.
Hij is één bonk, 100% pure, olijke, vrolijke, onschuldige ondeugd.
Met een hoofdletter O.
And he’s proud of it.
Voor diegene die hem niet goed in de smiezen heeft, is hij verbazingwekkend kwetsbaar en gevoelig.
Hij is namelijk een Draakje met een heel groot hart. (3)
En een heel klein hartje. (4)
Hij heeft haast om groot te worden (5) en hij is snugger (6).
Streetwise. (7)
En soms is hij gewoon nog heel klein. (8)
Een kusje van mama kan nog steeds alles genezen.
En morgen is het 11 augustus 2011.
Morgen wordt hij 4.
Onze jongste spruit gaat morgen de schoolgerechtigde leeftijd bereiken.
Vier jaar geleden had het maar een haartje gescheeld.
En morgen is hij vier.
Ons Draakje, ons wondertje wordt vier.
Wij vieren een feestje.
En we hebben een beetje medelijden met zijn toekomstige leerkrachten.
Vier is namelijk ook de schoolgerechtigde leeftijd.
Wat wil je op je verjaardag eten? "Rijst!"
Het kind eet het liefst de pan rijst leeg.
Dan weet u wat wij morgen eten...
Volleerd pistache-nootjes-eter.
Openknakken met de tanden, peuzelen en de dopjes in de asbak.
Alles met één hand.
Okay, ik plaatste hem al eerder op facebook, maar deze foto typeert hem wel!
Dude! I'm too sexy for this outfit!
Dansen durft hij niet.....maar wel met mama!
Vier...
(1) springt met een luide “joepie” overal vanaf in mijn armen, of ik nu oplet, of weet dat hij het gaat doen of niet
(2) een pijltje in mama’s oog schieten terwijl ik HEUL hard riep dat hij dat kermispistooltje weg moest leggen, nadat hij wist dat hij het überhaupt nooit had mogen pakken
(3) toen ik werd ‘aangereden’ door een winkelwagentje in mijn hiel (pijnlijk!) bood hij direct aan er een kusje op te geven
(4) hij mist Lewis zo op vakantie
(5) [quote] Ik ben niette kleine jonnen! [unquote]
(6) hij is al gespot door de juf van de plusgroep….oh dear…
(7) [quote] chill!! [unquote]
(8) hij neemt altijd de kuiten in de supermarkt, maar als hij me zoekt en ik ben niet exact daar waar hij me verwacht, is hij ineens heel bang en volgen de traantjes direct….”ik dacht dat je weg was”
zaterdag 6 augustus 2011
Mijmeren op vkaansie
3,5 jaar tussen Spelmaker en Wijzemans.
2 jaar tussen Wijzemans en Draakje.
De 3,5 jaar waren ook relatief altijd al groter dan de 2 jaar in absolute zin waren. Maar soms relatiever wat kleiner dan de andere keer. These days, echter, lijkt het net alof de 2 jaar nihil is en de 3,5 jaar humongeous.
De jongste twee vechten elkaar de tent uit, of zijn beste maatjes die niet zonder elkaar kunnen. Tussen die twee uitersten kan bij wijze van spreken 20 seconden zitten. Ze vragen dezelfde aandacht van ons en ze leven in competitie op alle fronten. Wijzemans is emotioneel wat trager, Draakje ondertussen heeft als jongste zijnde enorm veel haast in het leven. Ik vermoed dat Draakje ook pienter is maar dat stukje van de schaal af vallen dat hij niet heeft, compenseert hij ruimschoots met lef en durf. Je ziet ook dat ze van elkaar leren; ze hebben elkaar nodig en vullen elkaar aan, maar ze zitten elkaar ook enorm dwars. De Bevelvoerder en ik moeten laveren tussen die twee jongste Daltons van ons.
Spelmaker is 3,5 jaar ouder dan Wijzemans. Maar relatief is het verschil momenteel een astronomische eenheid. Hij is prepuber. Zijn broertjes zijn klein. Zijn verantwoordelijke en rustige aard durf ik te wijten aan zowel de plek in het gezin als zijn aard zelf. Aardje naar zijn Vaardje. (Spelling?) Hij lijkt op zijn vader en hij trekt naar zijn vader.
Picture it, vkaansie, zomer 2011.
We komen terug van een dagtrip en iedereen is moe. Wijzemans en Draakje trekken zich moe van de lange dag terug in hun eigen wereld. Die van treintjes en zand. Die van de Nintendo DS en van de “Disney XD” op televisie. Spelmaker loopt ondertussen naar zijn kamer. Hij trekt zijn zwembroek aan, pakt zijn handdoek en roept: “Ik ga naar mijn vrienden, doei!” ’s Avonds gaat hij in de bar vragen (verhaal halen) waarom Eredisie Live niet opstaat.
Hij wordt in december 10. Over niet heel lang meer wordt hij nog veel zelfstandiger dan dit. Nog veel opstandiger dan dit. Ik ga al mijn geduld bij elkaar schrapen. Ik ga onze ruziënde kleintjes even wat meer laten (Zennnnnnn) en wat meer aandacht besteden aan Spelmaker. Ik ga mijn prepuber iets meer behandelen naar zijn leeftijd. Ik hoef hem een boel niet meer te vertellen…maar een heleboel andere dingen wel. Voor het te laat is, denk ik dan, want de tijd glipt door mijn vingers. Nog eens drie keer knipperen en hij is bijna 20.
Komende week gaan wij samen naar Oradour-sur-Glane. Hij en ik.
Het wordt zijn tweede keer. Hij wil het beter begrijpen zegt hij; de vorige keer was hij te jong, vindt hij zelf.
Ik geloof dat hij een hele mooie vent gaat worden.
zondag 31 juli 2011
Grumpy old man
Na een overnachting arriveren we zonder autopech en zonder kleerscheuren vroeger dan gepland.
Het is namelijk zwarte zaterdag. Maar zwarte zaterdag is voor stervelingen.
Wij zijn fluider dan gedacht naar plaats van bestemming gereden.
We zijn weer op Village Le Chat.
Twee jaar geleden waren we hier ook.
Het is een feest der herkenning. De “oh ja’s!” vliegen iedereen om de oren.
Maar het winkeltje is gesloten als we ons eerste rondje op het park maken na aankomst.
Ik kan een gevoel van teleurstelling niet onderdrukken.
In de namiddag zijn de bedden opgemaakt, de koffers uitgepakt, de Spelmaker in het zwembad, de koelkast en proviandkast gevuld.
De Spelmaker heeft zijn nieuwste beste vriend ook al gemaakt.
En Draakje heeft al illegaal een halve cub zand de woonkamer ingekruid om zijn treintjes serieus mee te laten kunnen spelen.
De Bevelvoerder en ik zijn allerlei soorten van moe.
Da’s een goed teken. Vkaansie. Mode. Kicking. In.
Ik loop met Wijzemans naar de bar. Hij mag een ijsje halen.
Het winkeltje blijkt nu wel open.
Mjn hart maakt een sprongetje en ik loop naar binnen.
En ik spot hem direct.
Wijzemans loopt naar de vitrine met ijs en ik zeg dat hij wat mag uitzoeken en moet afrekenen bij die meneer.
Die meneer kijkt me aan.
En oh mijn god, wat is hij 2 jaar ouder.
Ik vraag me net als 2 jaar geleden af hoe oud hij in godsnaam eigenlijk is.
Da’s een heleboel god in één paragraaf, maar hij is echt heul oud!
Nul blik van herkenning van zijn kant ondertussen.
Hij schudt alleen maar sjachereinig nee.
Bij hem kan je niet afrekenen.
Wijzemans pakt een ijsje en ik stuur hem richting de behulpzame vakantiekracht.
Ik loop op die meneer af.
Het is goed u weer te zien, zeg ik.
Nou, dan ben je de enige, bromt hij.
Oh, wat klopt het plaatje.
U kent mij vast niet meer, zeg ik,
Maar wij zitten in het huisje van de PV van Repeldorp.
We zaten hier 2 jaar geleden ook.
Hij wijst naar me met een kromme vinger, zijn ogen worden groter.
Ooooooohhhhh……zegt hij.
En vervolgt nors: ik had nog een telefoontje van je verwacht.
Ik moet glimlachen, ik kan het niet helpen.
We hebben het serieus overwogen, zeg ik.
Maar we wilden niet 2 jaar op rij hetzelfde.
Snap ik wel, zegt hij.
Ik noemde hem ooit in een logje niet voor niks Stadler, van Stadler en Waldorff.
(Ik heb de link even niet bij hand van het logje over hem van destijds, slechte wifi hier, op vkaansie. Jammer, anders had ik meteen een toen-en-nu-foto-combi van die meneer kunnen plaatsen!)
Allemaal idioten zijn er geweest in dat huisje, gaat hij door, leunend op de toonplank.
Allemaal gekken daar in dat huisje.
Allemaal gekken daar in Repeldorp.
Ik weet het, grinnik ik, ik heb de beste getroffen.
Oh ja, zegt hij, gravend in zijn geheugen, en hij wijst een lengte aan veel langer dan hijzelf…die lange?
Ja, zeg ik glimlachend, nog steeds die lange.
Waar is die andere man, vraag ik, die van twee jaar geleden?
(Waldorf denk ik bij mezelf.)
Oh, die is weg, zegt hij.
Gelukkig ben jij er nog, zeg ik.
Hij grijnst een halve grijns en bromt iets tegen een andere klant.
Gelukkig klopt het plaatje nog.
Wijzemans heeft zijn ijsje afgerekend en ik weet dat die meneer en ik elkaar de komende 2 weken elke ochtend gaan zien als ik onze vaste ontbijtbestelling ga halen.
Mijn stiekem heul aardige brompot.
Ik geloof dat we een zwak voor elkaar hebben.
dinsdag 26 juli 2011
Maaiveld
Het is vreselijk Hollands om niet boven het maaiveld uit te willen komen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Niewaar?
Wat heb ik een moeite gehad om zonder verontschuldigende omtrekkende bewegingen te vertellen dat Wijzemans daadwerkelijk, bewezen, aantoonbaar getest, onomstotelijk, abnormaal hoogbegaafd van de schaal valt. Ik kom gewoon superlatieven tekort. En wat doe ik dat eigenlijk nog steeds, omtrekkende verontschuldigende bewegingen maken. Ja, nee, jouw kind is ook slim, ja natuurlijk, maar Wijzemans is getest en eeeeehm, die valt een beetje van de schaal......Nee, je hoeft er niet blij mee te zijn hoor. En het hoeft niet perse uit de verf te komen hoor.
Maar ik geloof dat de tijd inmiddels wel gekomen is dat het de buitenwereld ook begint op te vallen: Wijzemans woont in het lijf van een kersverse zesjarige, maar zijn brein is van een andere categorie. En dat is niet eenvoudig als je net zes bent. Het kind oogt anders. Het wordt daarmee ook makkelijker om het te vertellen.
We hebben een pientere Spelmaker en ik herken dus andere pientere kindjes en die zie ik genoeg om me heen. Zalig toch? Pientere kindjes? Wat zijn alle ouders er blij mee en trots op.
Maar Wijzemans is van een andere categorie en ik geloof dat ik me minder en minder ga verontschuldigen voor dat feit. Jouw kind (en mijn andere kind trouwens ook) is pienter, Wijzemans echter, valt van de schaal...da's een ander verhaal.
Maaiveld? Nicht im frage...tenzij hij het zelf wil. Nu tijdelijk, of soms bij tijd en wijle of misschien wel voor altijd. Dan mag hij zich er verschuilen. Maar alleen als hij het echt zelf wil. Ik zal hem ondertussen proberen te laten zien hoe mooi het er boven het maaiveld uit kan zien. Het uitzicht is in ieder geval al een stuk beter.
Maaiveld dus.
Mijn iPhone ging kaduuk. Iets met totaal kapot en ontwricht. Er zijn zaken waar zelfs iPhones niet tegen kunnen. Overreden worden is een van die dingen. Iemand die mij een beetje kent, weet dat je mij kan uittekenen met zo'n ding. Maar ik ben verzekerd: of hij wordt gerepareerd of hij is totall loss en krijg ik een nieuwe. Utkomtgoed. Maar dat gaat wel minimaal 4 weken duren. Kan ook best 6 weken worden. (Weddenschap afsluiten, anyone?) De verzekering is goed als het gaat om de definitieve oplossing, maar dat vervangende leentoestel....daar kon ik met goed fatsoen niet eens mee bellen. Laat staan internetbankieren. Laat staan whatsappen. En oh gruwel: hij wilde mijn eigen weblog niet eens laden.
Bevelvoerder zag mijn schoudertjes hangen. En net als ik in de vreselijkste vergadering van die dag zit, krijg ik een sms op mijn werk. De Bevelvoerder. Er is voor een redelijke prijs een iets oudere versie iPhone te halen in Repeldorp.De beste Mijn man heeft Marktplaats en alle aanverwante sites met een netenkammetje doorgeplozen. Die middag werd de deal gesloten.
Over iets meer dan 4 weken (kan best 6 worden), komt er iets nieuws thuis via de verzekering (Apple kennende doen ze niet aan reparaties). En dan hebben we dus die zojuist aangeschafte iPhone "extra". Dan kan de Bevelvoerder het toestel dat hij zo haat de hoek in gooien.
Ik ben niet de enige die heul hard werkt voor zijn/haar centen, dat weet ik. Ik ken sowieso al genoeg mensen die lichaamlijk veul zwaarder werk doen. Ik weet ook dat ik mazzel heb gehad met opleiding en baan en dat alles precies op zijn plek viel voor mij. Ik heb hard geleerd voor mijn diploma's en ik werk heul, heul hard. Met name heul veul uren en ik ben veel uren, dagen weg van huis, ver weg in andere landen.
Maar dit zijn weer omtrekkende verontschuldigende bewegingen. Wij kunnen doen wat we doen vanwege de keuzes die wij maken. Wij sprongen "even" uit de bocht en kochten "even" een 2e hands iPhone. En oh mijn hemel wat ben ik blij de komende 4 weken....en hierna de Bevelvoerder.
So shoot me. Ik steek boven het maaiveld uit. Een sitting duck.
Wat heb ik een moeite gehad om zonder verontschuldigende omtrekkende bewegingen te vertellen dat Wijzemans daadwerkelijk, bewezen, aantoonbaar getest, onomstotelijk, abnormaal hoogbegaafd van de schaal valt. Ik kom gewoon superlatieven tekort. En wat doe ik dat eigenlijk nog steeds, omtrekkende verontschuldigende bewegingen maken. Ja, nee, jouw kind is ook slim, ja natuurlijk, maar Wijzemans is getest en eeeeehm, die valt een beetje van de schaal......Nee, je hoeft er niet blij mee te zijn hoor. En het hoeft niet perse uit de verf te komen hoor.
Maar ik geloof dat de tijd inmiddels wel gekomen is dat het de buitenwereld ook begint op te vallen: Wijzemans woont in het lijf van een kersverse zesjarige, maar zijn brein is van een andere categorie. En dat is niet eenvoudig als je net zes bent. Het kind oogt anders. Het wordt daarmee ook makkelijker om het te vertellen.
We hebben een pientere Spelmaker en ik herken dus andere pientere kindjes en die zie ik genoeg om me heen. Zalig toch? Pientere kindjes? Wat zijn alle ouders er blij mee en trots op.
Maar Wijzemans is van een andere categorie en ik geloof dat ik me minder en minder ga verontschuldigen voor dat feit. Jouw kind (en mijn andere kind trouwens ook) is pienter, Wijzemans echter, valt van de schaal...da's een ander verhaal.
Maaiveld? Nicht im frage...tenzij hij het zelf wil. Nu tijdelijk, of soms bij tijd en wijle of misschien wel voor altijd. Dan mag hij zich er verschuilen. Maar alleen als hij het echt zelf wil. Ik zal hem ondertussen proberen te laten zien hoe mooi het er boven het maaiveld uit kan zien. Het uitzicht is in ieder geval al een stuk beter.
Maaiveld dus.
Mijn iPhone ging kaduuk. Iets met totaal kapot en ontwricht. Er zijn zaken waar zelfs iPhones niet tegen kunnen. Overreden worden is een van die dingen. Iemand die mij een beetje kent, weet dat je mij kan uittekenen met zo'n ding. Maar ik ben verzekerd: of hij wordt gerepareerd of hij is totall loss en krijg ik een nieuwe. Utkomtgoed. Maar dat gaat wel minimaal 4 weken duren. Kan ook best 6 weken worden. (Weddenschap afsluiten, anyone?) De verzekering is goed als het gaat om de definitieve oplossing, maar dat vervangende leentoestel....daar kon ik met goed fatsoen niet eens mee bellen. Laat staan internetbankieren. Laat staan whatsappen. En oh gruwel: hij wilde mijn eigen weblog niet eens laden.
Bevelvoerder zag mijn schoudertjes hangen. En net als ik in de vreselijkste vergadering van die dag zit, krijg ik een sms op mijn werk. De Bevelvoerder. Er is voor een redelijke prijs een iets oudere versie iPhone te halen in Repeldorp.
Over iets meer dan 4 weken (kan best 6 worden), komt er iets nieuws thuis via de verzekering (Apple kennende doen ze niet aan reparaties). En dan hebben we dus die zojuist aangeschafte iPhone "extra". Dan kan de Bevelvoerder het toestel dat hij zo haat de hoek in gooien.
Ik ben niet de enige die heul hard werkt voor zijn/haar centen, dat weet ik. Ik ken sowieso al genoeg mensen die lichaamlijk veul zwaarder werk doen. Ik weet ook dat ik mazzel heb gehad met opleiding en baan en dat alles precies op zijn plek viel voor mij. Ik heb hard geleerd voor mijn diploma's en ik werk heul, heul hard. Met name heul veul uren en ik ben veel uren, dagen weg van huis, ver weg in andere landen.
Maar dit zijn weer omtrekkende verontschuldigende bewegingen. Wij kunnen doen wat we doen vanwege de keuzes die wij maken. Wij sprongen "even" uit de bocht en kochten "even" een 2e hands iPhone. En oh mijn hemel wat ben ik blij de komende 4 weken....en hierna de Bevelvoerder.
So shoot me. Ik steek boven het maaiveld uit. Een sitting duck.
zondag 24 juli 2011
Hoezo, forever 27?
Ze gaan niet allemaal met 27...
Bon Scott was 33. Een veel betere zanger dan zijn opvolger...
Cliff Burton was 24. Betere bassisten dan hij zijn er bijna niet...
Phil Lynott was 36. Bassist met stem en soul...
Shannon Hoon was 28. Zanger van mijn alltime favoriete nummer...
Dat gezegd hebbende, was ik een enorme fan van Amy.
Dat gezegd hebbende, vind ik het in en in triest wat er is gebeurd in/met haar leven.
Een talent verwoest.
Ik ben totaal niet van de eigen-schuld-mentaliteit.
Ze had meer geluk kunnen hebben met de keuzes in haar leven, met de mensen in haar leven.
Daarbij....soms moet je geluk hebben in moeilijke omstandigheden. Zij had dat niet.
De wereld verliest een talent.
Een mensenleven is triest geeindigd.
Dat is triest.
Arme haar.
Bon Scott was 33. Een veel betere zanger dan zijn opvolger...
Cliff Burton was 24. Betere bassisten dan hij zijn er bijna niet...
Phil Lynott was 36. Bassist met stem en soul...
Shannon Hoon was 28. Zanger van mijn alltime favoriete nummer...
Dat gezegd hebbende, was ik een enorme fan van Amy.
Dat gezegd hebbende, vind ik het in en in triest wat er is gebeurd in/met haar leven.
Een talent verwoest.
Ik ben totaal niet van de eigen-schuld-mentaliteit.
Ze had meer geluk kunnen hebben met de keuzes in haar leven, met de mensen in haar leven.
Daarbij....soms moet je geluk hebben in moeilijke omstandigheden. Zij had dat niet.
De wereld verliest een talent.
Een mensenleven is triest geeindigd.
Dat is triest.
Arme haar.
vrijdag 22 juli 2011
D.
Toen de tijd begon te spelen dat ik haar hoofd eraf wilde rukken, leerde Spelmaker D kennen. D was in de buurt komen wonen en Spelmaker en hij waren instantaan dikke mik.
D is een kop kleiner en een jaar ouder.
D bleek na de grote vakantie ook op Spelmaker's school te komen. En tegen de tijd dat Spelmaker de moed had opgegeven toch terug bij zijn vrienden in de klas te komen, wenste hij vurig maar één ding: "als D maar bij mij in de nieuwe klas komt, als D maar..."
Zijn hartverscheurende, fatalistische pleidooi staat letterlijk in mijn ziel gebrandmerkt: "Mam: als D niet bij mij in de klas komt, is alles verloren!"
Dat D uiteindelijk inderdaad bij Spelmaker in de klas komt, heeft alles met toeval te maken en niks met beleid van de school. Jullie kennen mijn mening.
D en Spelmaker blijken bijzondere vrienden. D blijkt een bijzonder jongetje. D's moeder blijkt een bijzondere vrouw. Spelmaker en D zijn onafscheidelijk samen met...Kind aan Huis. Het is een genot!
En vanavond slaapt D hier voor het eerst.
Dat hij mij tot op de avond van vanavond nog steeds met u aanspreekt, sla ik er wel uit, bij wijze van spreken.
De medicijnen die ik meekreeg voor D en het ENORME litteken op de borstkas van het ventje die een ENORME openhartoperatie verraadt....en zijn bijbehorende uitleg, maken dat ik de "kop kleiner maar een jaar ouder" ineens snap.
Hoe dan ook....die twee prepubers samen zijn leuk.
Dat vindt de Bevelvoerder ook. Ze hebben zitten pokeren. En ik heb de pokerfaces op de gevoelige plaat.
En hoe stoer ze ook zijn....pokerfaces hebben ze niet!
D is een kop kleiner en een jaar ouder.
D bleek na de grote vakantie ook op Spelmaker's school te komen. En tegen de tijd dat Spelmaker de moed had opgegeven toch terug bij zijn vrienden in de klas te komen, wenste hij vurig maar één ding: "als D maar bij mij in de nieuwe klas komt, als D maar..."
Zijn hartverscheurende, fatalistische pleidooi staat letterlijk in mijn ziel gebrandmerkt: "Mam: als D niet bij mij in de klas komt, is alles verloren!"
Dat D uiteindelijk inderdaad bij Spelmaker in de klas komt, heeft alles met toeval te maken en niks met beleid van de school. Jullie kennen mijn mening.
D en Spelmaker blijken bijzondere vrienden. D blijkt een bijzonder jongetje. D's moeder blijkt een bijzondere vrouw. Spelmaker en D zijn onafscheidelijk samen met...Kind aan Huis. Het is een genot!
En vanavond slaapt D hier voor het eerst.
Dat hij mij tot op de avond van vanavond nog steeds met u aanspreekt, sla ik er wel uit, bij wijze van spreken.
De medicijnen die ik meekreeg voor D en het ENORME litteken op de borstkas van het ventje die een ENORME openhartoperatie verraadt....en zijn bijbehorende uitleg, maken dat ik de "kop kleiner maar een jaar ouder" ineens snap.
Hoe dan ook....die twee prepubers samen zijn leuk.
Dat vindt de Bevelvoerder ook. Ze hebben zitten pokeren. En ik heb de pokerfaces op de gevoelige plaat.
En hoe stoer ze ook zijn....pokerfaces hebben ze niet!
woensdag 20 juli 2011
Had Rowen Hèze dan toch gelijk?
Het is allemaal de schuld van J. Of, zoals ik haar liefkozend noem: Ome J.
Wat jullie van Ome J moeten weten is dat ze uit het diepe zuiden komt.
Zodanig zuidelijk, dat het voor haar een heule kleine moeite was om aan de finish van mijn grootste loopprestatie ooit te staan: de Den Helder - Maastricht estafette. Die foto van mij bij de finish? Die heeft zij gemaakt. En ze stond er met een hele speciale Home Made Estafettetaart, een HME, zogezegd.
Ome J en ik zien elkaar tegenwoordig vrij vaak. En als we elkaar niet zien, spreken we elkaar wel meerdere keren per week.
Dus.
Vorige week zat een collega waar ik bijzonder goed mee kan opschieten bij mij op mijn kantoor. En we kletsten over ditjes en datjes. Over onze kinderen dus, U weet wat mijn ditjes en datjes zijn. De betreffende leuke collega komt, U raadt het al, ook uit Limburg. Hij spreekt echter een ander dialect dan Ome J. Mijn collega weet namelijk alles van de dialecten uit Limburg en hij kan er vurig over vertellen. Hij heeft iets met Het Limburgse.
Enfin.
We kletsen en doen en op een goed moment zegt hij: "Jij begint echt met de dag meer en meer Limburgs te praten!"
Ik heb absoluut niet de G van het Limburgs, van waar dan ook in Limburg.
Die G van mij is zo westers als wat.
Maar ik schijn de Limburgse intonatie te krijgen. (Hebben?)
De Limburgse klemtoon op Limburgse plekken in de zin.
Het zingerige, het zangerige, of zo.
Mijn collega kan het beter uitleggen dan ik, want hij heeft iets met het Limburgs.
Is het dan toch echt alleen maar een kwestie van geduld?
Rustig wachten op de dag?
Wat jullie van Ome J moeten weten is dat ze uit het diepe zuiden komt.
Zodanig zuidelijk, dat het voor haar een heule kleine moeite was om aan de finish van mijn grootste loopprestatie ooit te staan: de Den Helder - Maastricht estafette. Die foto van mij bij de finish? Die heeft zij gemaakt. En ze stond er met een hele speciale Home Made Estafettetaart, een HME, zogezegd.
Ome J en ik zien elkaar tegenwoordig vrij vaak. En als we elkaar niet zien, spreken we elkaar wel meerdere keren per week.
Dus.
Vorige week zat een collega waar ik bijzonder goed mee kan opschieten bij mij op mijn kantoor. En we kletsten over ditjes en datjes. Over onze kinderen dus, U weet wat mijn ditjes en datjes zijn. De betreffende leuke collega komt, U raadt het al, ook uit Limburg. Hij spreekt echter een ander dialect dan Ome J. Mijn collega weet namelijk alles van de dialecten uit Limburg en hij kan er vurig over vertellen. Hij heeft iets met Het Limburgse.
Enfin.
We kletsen en doen en op een goed moment zegt hij: "Jij begint echt met de dag meer en meer Limburgs te praten!"
Ik heb absoluut niet de G van het Limburgs, van waar dan ook in Limburg.
Die G van mij is zo westers als wat.
Maar ik schijn de Limburgse intonatie te krijgen. (Hebben?)
De Limburgse klemtoon op Limburgse plekken in de zin.
Het zingerige, het zangerige, of zo.
Mijn collega kan het beter uitleggen dan ik, want hij heeft iets met het Limburgs.
Is het dan toch echt alleen maar een kwestie van geduld?
Rustig wachten op de dag?
Abonneren op:
Posts (Atom)