In een grijs verleden, nog voor de tijd van DNA onderzoek, heb ik als student chemie een weekje rondgehobbeld op het NFI. Dat heette toen nog het gerechtelijk laboratorium. (Oma vertelt.) Aan het begin van de week werd ons gevraagd (vrijwillig) bloed af te staan zodat ze het konden typeren. Naast je bloedgroep en je Rhesusfactor heb je namelijk nog meer stoffen in je bloed die in een aantal varianten kunnen voorkomen. Elk met hun eigen mate van waarschijnlijkheid van voorkomen. Hoe groter de populatie in de databank, hoe nauwkeuriger de statistiek en hoe groter de zekerheid bij een vergelijking van sporen, dat was het idee. Als wortel werd ons voorgehouden dat aan het eind van de week bekend zou worden gemaakt wie van ons klasje het meest zeldzame type bloed had en wie het meest voorkomende soort bloed (het zogenaamde melkboerenhondenbloed, met drie keer woordwaarde).
Wat bleek: er was er één in ons klasje die van alle factoren in het bloed de meest zeldzame variant bezat. De wetenschapper van het gerechtelijk lab was lyrisch: de kans dat er in Nederland nóg iemand rondliep met datzèlfde bloed was nihìl! De jongen in kwestie antwoordde droog: ja maar, ik heb een identieke tweelingbroer. Och, wat vonden wij beta-nerds dat grappig!
En toen *ra-pa-pa, tromgeroffel* wie had het melkboerenhondenbloed? Je raadt het al. Ik. Van (bijna) alle factoren had ik de meest voorkomende. Tegen de tijd dat iedereen was uitgegniffeld en ik mijn blozende wangen weer een beetje onder controle had, kwam de toevoeging: "....ware het niet dat we 1 factor buiten beschouwing hebben moeten laten, want daarvan heeft u een variant die we niet kennen. We konden u dus met goed fatsoen niet meenemen in de statistiek. U kunt maar beter geen misdaad plegen, want uw bloed is uniek."
En dat was voor DNA. (En ja, het is normaal dat ze studenten met U aanspreken, vond ik toen ook al gek.) Maar goed, mijn bloed spot met de statistiek. Ik hou van mijn bloed.
Statistiek dus...dit verhaaltje was een aanloop...
De Bevelvoerder's naam en mijn naam zijn op 1 letter na anagrammen van elkaar. En zelfs die ene letter spreek je nog bijna hetzelfde uit. Ik vind dat leuk. Bevelvoerder's naam is nu mateloos impopulair: bijna niemand noemt zijn kind meer zo. Mijn man is geboren in het piekjaar van de populariteit van de naam. Maar liefst 1711 jongetjes werden er dat jaar geboren met die naam.
Mijn naam is verzonnen in 1902, maar bereikte het grote publiek pas in 1953, toen het boek verfilmd werd. En *plop* je ziet de naam opkomen: daarvoor bestond hij gewoon niet. Ik had een populaire naam avant la lettre. De bulk van ladies met mijn naam is minimaal 3 - 4 jaar jonger dan ik. Dus als je me jonger schat, dan weet je hoe het komt: ik heb gewoon een hele jonge naam! Maar goed: nog steeds 647 in mijn jaar met mijn naam!
De naam van Spelmaker is oud en kent vele varianten. Hij heeft een redelijk nieuwerwetse spelling en dat zie je aan de statistiek. Maar met zijn naam hebben we het wiel niet uitgevonden: oh, oh, oh, wat deden wij mee met de populariteitsgolf! 581 in zijn geboortejaar. Maar Spelmaker was al voorbestemd om zo te heten. Hij is op een romantische wijze vernoemd. Dat logje volgt ooit wel eens...
Wijzemans heeft ook zo'n nieuwe naam, net zoals mijn naam. Zijn naam kwam iets minder plots oppoppen want het is een wat meer logische verbastering van een ouderwetse naam die ineens im schwung komt. En weer doen wij mee met de populariteit: zijn geboortejaar is net niet de piek, maar wel in de grote golf. 348 in zijn jaar.
Draakje ten slotte heeft een zeldzame naam. Athans, in Nederland. (Moet je eens bij onze oosterburen kijken!) Zijn naam is een verbastering van Christen. Ook bij hem rijden we mee op de populariteitsgolf...maar let op de schaalgrootte: Slechts 21 jongetjes in 2007 kregen die naam. Dat is nog eens wat anders dan honderden! Het jaar daarop 18. Dat is heul weinig.
21 jongetjes in Nederland die in 2011 4 zijn geworden, 18 in 2012....21+18 jongetjes = 39 jongetjes in Nederland die zo heten en die nu in groep 1/2 zitten.
En ons Draakje zit bij een naamgenoot in de klas hier in kneuterig klein Repeldorp.
Draakje en mijn bloed spotten met de statistiek!