maandag 28 februari 2011

Give it away, give it away, give it away now!

Ik ben aan het ruimen in huis. Ruimende Rap ben ik. Het gaat niet met grote sprongen, niet heel snel, maar wel heel gestaag. Vierkante centimeter bij vierkante centimeter ben ik aan het ruimen. De meeste zooi en meuk gaat weg. Maar sommige dingen kan ik aan bekenden doorgeven en soms kom ik iets tegen waarvan ik denk: "ik bewaar het, ik had het gekocht om ooit als kado te geven, ach het is leuk, ik bewaar het nog even."

Maar de praktijk leert anders: als er een kado te geven is, koop ik altijd iets nieuws en de kado's op voorraad, blijven op voorraad.

Tijdens het ruimen kwam ik 5 dingen tegen die ik al een hele poos als "kado op voorraad" heb liggen. En als ik ze nu niet weggeef in een grote Give It Away Now! actie, liggen ze volgend jaar nog steeds als kado op voorraad, dat weet ik zeker.

Vandaar De Grote Rapunzel Ruimt Give It Away Now Actie! De regels zijn simpel. Er zijn namelijk geen regels: laat simpelweg een berichtje achter met het nummer van het kado dat je graag wilt hebben en ZONDAG 6 MAART zal Draakje op eigen chaotische wijze volslagen random de uitverkorenen kiezen.

Give it Away Now #1: maat 86/92, "Dangerous Smile"

Image Hosted by ImageShack.us

Give it Away Now #2: maat 98/104, "Mommies Darling"

Image Hosted by ImageShack.us

Give it Away Now #3: Pink Ribbon armband (oude editie)

Image Hosted by ImageShack.us

Give it Away Now #4: Pink Ribbon rubberen armbandje, "Livestrong style"

Image Hosted by ImageShack.us

Give it Away now #5: setje van 4 fotlijstjes (grootste 10x15)

Image Hosted by ImageShack.us

En als niemand ze wil? Dan gooi ik ze gewoon met een elegante gier de vuilcontainer in. Rap Ruimt.

zaterdag 26 februari 2011

Hoofd, schouders, knie en teen

Bij een valpartij van mijn fiets, ergens in maart of april van vorig jaar, heb ik mijn schouder beschadigd. Gekneusd, of beurs, ik weet eigenlijk niet eens wat er precies loos was, maar het heeft weken geduurd. Ik had een behoorlijke smakkerd gemaakt. De pijn ging heel langzaam weg, maar op een moment toen de pijn al aardig minder werd, kwam er langzaam in mijn bovenarm een pijn opzetten in een spier (een pees?).

Om een lang verhaal kort te maken: uiteindelijk had ik tegen het eind van 2010 geen last meer van mijn schouder, maar had ik een serieus probleem met mijn arm. Ik had permanent last. De huisarts stuurde me in eerste instantie met een kluitje ontstekingsremmende pijnstillers het chronische riet in, maar bij een tweede poging verwees hij me door naar de fysiotherapeut. De sportfysio in kwestie staat voor een behandeling van het hele lijf en niet alleen het gebied waar de pijn is.

Ik kwam daar de eerste keer en deed mijn verhaal. In plaats van naar mijn arm te kijken, vergreep hij zich linea recta aan mijn nek en bovenrug. Ik werd gekraakt en gerekt en gebogen en verdomd als het niet waar was: mijn arm deed minder pijn. Mijn rug is namelijk stijf en mijn ribben schieten verkeerd en mijn nekwervels staan scheef. Dat knelt van alles en nog wat af waardoor mijn arm pijn doet. Mijn fysio schudt, trekt en kraakt alles los en recht en dan gaat het weer tot het weer langzaam scheefzakt. Zo sukkelden we een paar maanden door. Na elk bezoek aan de fysio had ik een opleving, maar de totale lijn ging gestaag omlaag.

Dit jaar was ik het beu. Ik had elke dag pijn, kon Wijzemans niet meer tillen, kon mijn tas niet van de passagiersstoel van de auto tillen, kon mijn jas niet aantrekken en ik kon niet slapen. Het viel niet mee en het ging niet goed. Ik had vaak tot tranens toe pijn. Mijn fysio verwees me door naar een ander in zijn praktijk: een manueel therapeut. Ikzelf had er inmiddels allang geen vertrouwen meer in, ik was echt moedeloos.

Ik kwam bij de manueel therapeut en hij keek naar mijn rug. Hij bestudeerde hem heel goed.


En toen prikte hij ergens in mijn schouder: "Zit het hier?" De vraag was overbodig, want ik zat tegen het plafond geplakt van de pijn. Toen zei hij: "Beweeg je arm nog eens als ik dit doe?" Bij het woordje "dit" duwde hij ergens anders en verhip: het pijnniveau was acuut een factor 10 minder. Mijn nek, rug en ribben zijn maar driekwart van het verhaal. De manueel therapeut maakte met de stand van mijn schouderblad het plaatje compleet. Hij vermoedt dat ik met 6 tot 12 weken volledig pijnvrij ben. Zolang gaat het namelijk duren voor de overgeïrriteerde/ontstoken spier/pees in mijn arm genezen zal zijn nu ik weet hoe ik hem niet meer in de knel moet brengen met behulp van kraken, oefeningen en houding. Ik sta tegenwoordig in houding arrogant (borst vooruit en kin omhoog), maar da's precies wat mijn armpje nodig heeft. Het was een waar emo-momentje, ik besefte op dat moment pas goed wat chronische pijn met me heeft gedaan. Eigenlijk besef ik dat nu twee weken later pas goed: er zijn momenten dat ik nagenoeg pijnvrij ben, het is absurd.

Groot was dan ook mijn schrik toen ik na een estafettetraining pijn in mijn scheen had. Een scheenblessure schijnt heel slecht nieuws te zijn, wist iedereen me te vertellen. Zo'n beetje de blessure der blessures. Langdurig en hardnekkig, waren termen die vielen. Het woord chronisch viel ook. Woorden waar ik met mijn arm erg gevoelig voor ben. Maar nog veel erger vond ik het mogelijke vooruitzicht dat ik  misschien de estafette niet zou mogen lopen. Je kan het het team niet aandoen om geblesseerd aan de start te verschijnen, want geheid dat je moet afhaken ergens gedurende die 426 kilometer. Ik durfde nauwelijks te lopen en de gedachte "mogelijke scheenblessure versus estafette" drukte afgelopen week continu zwaar op mijn gemoed.




Gisteren echter, besloot ik het te proberen. Op tien hoog in Copenhagen kleedde ik me om in mijn loopkloffie. Ik had een rondje uitgestippeld van 7 km, met shortcuts mocht het niet gaan. Maar het ging. Pijnvrij. Rapunzeltje hartje Copenhagen!

Image Hosted by ImageShack.us

Rapunzeltje is zich tegenwoordig erg bewust van de term pijnvrij en doordrongen van de rijkdom daarvan. Nu mijn arm nog, maar ik heb weer vertrouwen.

maandag 21 februari 2011

Hartverscheurend

De ouders van Kind aan Huis doen er heel veel aan -zo niet alles wat in hun vermogen ligt- om hun kinderen niet de dupe te laten zijn van hun scheiding. Voor zover wij het kunnen of mogen beoordelen vinden wij dat. We hebben namelijk ook andersoortige voorbeelden in onze omgeving, maar dat is een ander verhaal. Maar hoe hard ze ook proberen het beste te doen voor de kinderen, dan nog hebben de kinderen leed. Ouders gescheiden, gezin uit elkaar, het gemis van de andere ouder, loyaliteit's issues, het verdriet van je ouders zien, noem maar op.

Het is een keer voorgekomen dat Kind aan Huis kwam logeren nadat hij na een poosje bij zijn vader geweest te zijn, net terug zou gaan naar zijn moeder. Midden in de nacht heeft de Bevelvoerder hem toen naar huis moeten brengen omdat hij zijn moeder zo miste. Er zijn flink wat traantjes gevloeid die nacht, want de jongen wilde ook zo graag bij zijn vriend blijven en hij wilde ook hem niet teleurstellen. Ik heb de dag daarna Spelmaker echt het een en ander moeten uitleggen. Het ging -godzijdank- zijn belevingswereld te boven. Scheiden doet lijden, hoe hard de ouders hun best ook doen.

Ik had de laatste ontwikkelingen vernomen maar mocht er nog niet over praten omdat Kind aan Huis het nog niet wist. Meestal negeer ik andermans verzoeken als ik denk dat de Spelmaker het wel aankan, maar in dit geval leek me dit geheim inderdaad te groot voor zijn schoudertjes. Voor doorvertellen ben ik nooit bang geweest. Maar voor het eerst in mijn leven sinds Sinterklaas verzweeg ik iets voor hem. For his sake.

Vlak voordat Kind aan Huis kwam logeren (Goh, alweer? Ja, alweer!) fluisterde Spelmaker me toe dat Kind aan Huis hem iets had verteld, maar dat ik er niet over mocht praten, want Kind aan Huis vond het vreselijk. Ik stelde hem gerust: no worries, ik wist het al van de ouders van Kind aan Huis. Ik weet het al en Spelmaker heeft niks verklapt dat niet terug te draaien is. Het gegeven was dus inderdaad groot voor de schoudertjes.

Gisteren, ergens los uit de pols, kijk ik de niet-biologische tweeling aan en zeg Kind aan Huis dat ik het weet, want zijn ouders en ik babbelen nog wel eens. En we gaan er gewoon lekker niet over praten, klaar. Ik zie een moment van opluchting bij beiden en vervolgens gaan ze weer volkomen op in elkaar.

Ze gaan naar bed en ik heb 's avonds nog even contact met zijn ouders: als hij het niet redt en hij wordt enorm verdrietig vannacht, wie bellen we dan.....zijn moeder of zijn vader? Er komt een berichtje terug: wat Kind aan Huis het liefste wil. Ik stuur terug dat we een half oor open zullen houden.

Vanmorgen stuurde ik een berichtje dat alles super-duper was gegaan. En pas vanavond ging hij naar huis. (Hij en Spelmaker mopperend en mokkend dat ze niet nog langer bij elkaar mogen blijven. )

Kind aan Huis heeft twee hele lieve ouders die heel veel van hem houden. Maar soms, soms denk ik dat Spelmaker op het juiste moment in zijn leven kwam. Los van de mooie vriendschap heeft hij hier een veilig plekje, hoop ik.

En over wat Kind aan Huis voor Spelmaker betekent kan ik (en zal ik) minstens zo'n lang logje dichten...

Image Hosted by ImageShack.us

Image Hosted by ImageShack.us

vrijdag 18 februari 2011

Ik ben onbestemd

Nou okay dan. Adel verplicht en meer van dat soort uitdrukkingen: ik zal aansluiten in de rij der rijen en een logje dichten over leeftijd en ouder worden. Ik ben per slot van rekening zojuist 40 geworden en ik mag er dus een mening over hebben.

Hoe voel ik me niet?
Ik voel me niet zoals ik dacht dat iemand van 40 zich behoorde te voelen toen ik 15 was. Namelijk: oud. Toen ik 15 was, was 40 immers oud. Wat zeg ik: 30 was al oud, dus 40 was, zeg maar, bejaard. En 50? Dat lag ergens tussen bejaard en schijndood. Iemand van 40 telde simpelweg gewoon niet meer mee en wist niet waar ze het over hadden.

Met 15 voelde ik me namelijk veel wijzer en ouder en stoerder dan toen ik 14 was. En toen ik 16 werd, wist ik zoveel meer dan toen ik 15 was, dat ik me oneindig veel wijzer vond dan met 15. Die sprongen in ontwikkeling en "ouder voelen" extrapoleerde ik onbewust gewoon lineair door, dus met 40 moest je dan gewoon wel ancient zijn.

Maar ergens stoppen die sprongen in ontwikkelen en eigenlijk weet ik niet zo goed wanneer dat was, want je blijft je wel ontwikkelen, maar niet meer met zeven mijlslaarzen.

Wat is er nu zo fijn aan ouder worden?
Nooit meer 25 zijn vind ik een heel geruststellend idee. Voor geen goud hoef ik meer terug. Het heeft voor mij heel persoonlijk te maken met heel moeilijke twintiger jaren, maar ook los daarvan voelt 40 zalig. Ik wil ook niet zeggen dat ik zonder onzekerheden in het leven sta, maar er is wel een rust neergedaald. Stabiliteit, geluk en het vermogen te kunnen genieten van geluk.

Heel persoonlijk heb ik ook de mazzel dat ik met 40 heel mooie veertiger jaren tegemoed ga, als ik de lijn even extrapoleer. Precies zoals ik dat deed toen ik 15 was. Ik ben getrouwd met de persoon waarvan ik dacht je zult het maar zeker weten. We hebben samen drie heerlijke gezonde zonen, ik heb een huis vol met poezenbeesten en ik heb een topbaan. En ik kan me rijk rekenen met een aantal (meervoud!) echt goede vrienden. En ik heb twee passies die aanslaan: loggen en hardlopen.

Is dan echt alles pais en vree?
Nee. Ouder worden komt met gebreken. Gebreken zijn mensen om je heen die ziek worden, mensen die wegvallen. Zien dat je ouders ouder worden en ook die lijn kan je extrapoleren, maar die gedachte kap je snel af. Verschillen worden soms onoverbrugbaar en dan breek je met je zus. Of je zus breekt met jou, in mijn geval. En lichamelijke klachten komen opzetten en verdwijnen niet zoals ze verdwenen toen je 25 was. Ik kijk naar de spiegel en zie mijn wallen en grijze haren en kijk naar een foto van tien jaar terug. Hoe zal ik er over tien jaar uitzien? Hoewel ik daar relatief erg weinig last van heb, heb ik het wel geobserveerd.

Hoe voel ik me dan wel?
Ik voel me onbestemd. Ik ben van onbestemde leeftijd. Als ik met Draakje of Wijzemans naar het winkelcentrum dartel kan ik vol passie hinkelen en huppelen alsof ik 6 ben. Als ik bang ben om een presentatie te geven voor een internationaal gezelschap kan ik me een bakvis van 13 voelen. Als ik een halve marathon heb gelopen kan ik me onsterfelijk voelen als een 22 jarige. Als ik thuis op de bank knuffel met mijn Musketiers voel ik me zalig 40. Als ik teveel heb gezopen voel ik me de volgende dag 50. Als ik het heul druk heb op werk en verzuip in het werk voel ik me 60 om 5 uur 's middags.

Ik ben van onbestemde leeftijd. Het zal wel bij de leeftijd horen ;-)

maandag 14 februari 2011

Drie keer knipperen en hij is 18

Het is hier het thema van 2011: groot worden en groot zijn. Niet alleen Draakje wordt groot, al claimt hij zelf wel het alleenrecht te hebben op het zijn van een heule grote jongen. Maar feit is dat alle drie de Musketiers erg rap, erg groot aan het worden zijn.

Draakje is dus zindelijk. (Luiers zijn zoooo 2010!) Hij had het blijkbaar besloten: dit keer was het menens. Hij deed een poep op het potje, trok zijn broek omhoog en liep naar me toe: "Ik ben nu een grote jongen en ik hoef niet meer naar de crèche. Ik mag nu naar school." Ik wist niet of ik moest lachen, vertederd moest zijn of dat mijn hart een beetje moest huilen. Ik deed het dus allemaal maar. En hij is de teleurstelling van "nog steeds niet naar school mogen" ondertussen nog steeds niet te boven. De hemel in geprezen is hij wel.

En deze zaterdag zat er een fervente Ajacied in de Kuip te juichen voor Feyenoord. Echt? Ja echt. Geen Broodje Aap verhaal. Kind aan Huis ging namelijk met Spelmaker en Bevelvoerder mee. Gewoon, omdat Spelmaker zijn beste vriend is. En Spelmaker heeft me gezegd dat hij een keer met Kind aan Huis meegaat naar de Arena. Gewoon, omdat Kind aan Huis zijn beste vriend is. Iedereen die Spelmaker kent, zal op zijn minst een wenkbrauw optrekken: Spelmaker de Arena in? Wow. Bevelvoerder zet daar dus echt geen voet over de drempel, dus ga ik maar met die twee. Gewoon, omdat het beste vrienden zijn. Best wel chill, in hun woorden. Maar goed, alle gekheid op een stokje: Ik vind het nogal wat, zo'n volwassen vriendschap. Wat zeg ik: daar kan menig volwassene een puntje aan zuigen! Een lesje in loyaliteit, elkaar waarderen voor wat ze zijn, wie ze zijn en dat okay vinden en respecteren. Rapunzeltje buigt heel diep voor haar oudste zoon en zijn beste vriend. Ik zei het eerder: ze halen het beste in elkaar naar boven. En ze giechelen als meiden samen, maar laat ze niet horen dat ik dat heb verklapt. Och, kijk ze daar. Ze noemen zichzelf een tweeling en iedereen in hun omgeving kan dat alleen maar beamen.

Image Hosted by ImageShack.us

Vanmorgen zat Draakje ontroostbaar achterop de fiets. Ik begreep niet waarom hij zo moest huilen om een snottebel. Daar heb je toch zakdoekjes voor? What's the big deal? Nou, uiteindelijk kwam de aap uit de mouw: "snottebellen zijn voor babies en ik ben een hele grote jongen!" De rest van de fietstocht heb ik uitgelegd dat verkoudheden ons allemaal overkomen. Ook de koningin en Oma Opel hebben wel eens een snottebel en weet je wat: ook Sinterklaas heeft wel eens een snottebel. Nou, wat denk je? Toen was het leed geleden.

Kind aan Huis heeft een klein zusje. Maar Schoonheid is niet klein meer. Ze is 7 geworden. En voor haar verjaardag ben ik een uurtje eerder gekomen om heur haar te doen. En ze kreeg een tasje met echte make-up van mij. Ik deed heur haar en haar moeder deed heur make-up. Schoonheid is ook niet meer het kleine zusje...

Image Hosted by ImageShack.us

En vandaag beleefde Wijzemans een grote mijlpaal. Een hele grote mijlpaal. Ik heb er een filmpje van gemaakt. Het gesproken commentaar is totally unrelated, maar wel amuzant. En pas als je het filmpje hebt bekeken, mag je naar de laatste alinea gaan.


Mijlpaal als je 5 bent.
Geüpload door raponzeltje. - Video's over familie, verjaardagen en opvoeding.

Nou, en nadat het gesprek aan tafel compleet was gegaan over wisselen, grote-mensen-tanden, tandenborstels en tanpasta riep Draakje dat hij moest plassen.

Hij deed een plas op het potje, trok zijn broek omhoog en liep naar me toe: "Mag ik in spiegel kijken?" Ik heb hele grote tanden!" Ik wist niet of ik moest lachen, vertederd moest zijn of dat mijn hart een beetje moest huilen. Ik deed het dus allemaal maar. Draakje bekeek zichzelf minutenlang in de spiegel van mijn make-up tasje en concludeerde uiteindelijk tevreden dat hij hele grote tanden heeft.

Het gaat hard mensen. Drie knipperen en mijn oudste was ineens negen. Nog drie keer knipperen en hij is achttien?

vrijdag 11 februari 2011

Ik ben een Uber-Zuid-Hollander

Het levert me door de bank genomen geen overmaat aan reacties op. Een log over hardlopen. Maar al zou ik willen (met de nadruk op zou), ik heb nu geen alternatief. Ik had willen loggen over het über-kado voor Ome J. (Kado waarom? Nou hierom!) Maar met een beetje pech leest ze nog steeds mee en dan is de lol van het uitpakken van het kado er wel een beetje vanaf en dus schraap ik met heul veul moeite al het geduld dat ik kan vinden uit al mijn vezels en bewaar ik het loggen van de foto der foto's tot Woordeloze Woensdag aanstaande, want dan zie ik haar weer en kan the cat out of the bag. (Zonder ademhalen getypt, deze zin. Ook niet onverdienstelijk, vind ik. Eigenlijk.)

Ik had ook willen loggen over die ene lucky shot. Die mooie zonsopgang die ik al fietsend even wilde vastleggen voor de twitter maar die zo waanzinnig goed lukte met de iPhone dat je kan denken "who needs spiegelreflex anyway"! Maar die foto wil ik high-resolution inzenden voor wedstrijden.

Ik kan altijd blindelings loggen over hardlopen maar soms kan ik loopholes vinden om met pijn en moeite te loggen over iets anders. Zoals het zindelijk zijn van iedereen hier in huis. (Iedereen in Casa Rapunzel? Nee, een kleine oude Poezel blijft dapper weerstand bieden aan de overheersers en maakt het leven van de Rapunzels bepaald niet gemakkelijk...och, dat idee wordt ooit een logje...)

Enfin. Hardlopen dus. Vandaag ging ik weer een rondje doen met mijn collega's, waaronder degene van de "romantiek van het hardlopen".  Ik kwam aan met mijn nieuwe loophorloge en daarbij had ik mijn telefoon in de hand, want ik vertrouw de combinatie Draakje en de creche sinds kort NUL en heb de hotline met de creche graag dichtbij. Ik kwam aldus beladen met nog meer techniek dan de vorige keer aan de start. Mijn collega van de romantiek van het hardlopen stelde heuveltjes voor. Ik kwam met meer techniek, hij met meer romantiek...ik had weinig keuze dan akkoord te gaan.

In steno:
- Er is gevallen in modder. (Door mij.)
- Er zijn enkels verzwikt. (Niet die van mij, good heavens.)
- Modder zat overal. (Ook maar met name OOK bij mij.)
- Nieuwe schoenen zien er niet meer uit als nieuwe schoenen (Jeej!)

Voor mijn gevoel heb ik gefaald want ja, ik keek naar rondetijden en die sloegen uiteraard nergens op (heuveltjes!), maar volgens mijn collega van de romantiek van het hardlopen ben ik de enige Zuid-Hollander die te pruimen is.

Dat compliment kon ik niet meten met mijn techniek en heb ik aldus maar gevoelsmatig volledig tot mij genomen.

dinsdag 8 februari 2011

Na 9 jaar...

Na 9 jaar kan eindelijk de luiervlag uit!

Vanmiddag gaan we een groot kado kopen.

Dat witte ding op de plek van de wimpel is een luier, ja.
En wat de straat ervan denkt? Dat boeit me niet zoveel.

Wij zijn uit de luiers: HOEZEE!

Image Hosted by ImageShack.us

zondag 6 februari 2011

Over romantiek op het ruiterpad en met plezier luisteren naar je eigen gehijg

Het is allemaal de schuld van de estafette. (Deze, dus. *klikkerdeklik*) Het zou een goed idee zijn, zo bedacht de organisatie zich namelijk, om twee keer per week tijdens de lunchpauze met elkaar te gaan lopen.  Da's niet alleen goed voor de kilometers in de benen, maar met name goed om elkaar te leren kennen (en elkaars lopen) en voor de teamspirit.

Tsja. En toen moest ik dus wel. Lopen zonder muziek op mijn hoofd. Want voor de teambuilding is het afgesloten zijn van de rest vanwege die koptelefoon op je hoofd niet echt ideaal. En nu moeten jullie weten: ik had nog nooit gelopen zonder muziek op mijn hoofd (ik wil namelijk niet luisteren naar mijn eigen gehijg), ik had nog nooit gelopen met anderen (ik loop mijn eigen tempo) en ik had nog nooit gebabbeld tijdens het lopen. En man-oh-man, wat zag ik ertegen op!

Ik jok, eigenlijk: ik heb wel eens samengelopen met iemand. Tijdens mijn allereerste prestatieloopje ooit, heb ik de laatste 4 kilometer afgelegd zij aan zij met een voor mij totaal onbekende wat oudere man. We gingen hetzelfde tempo en dankzij hem kon ik dat tempo blijven bolwerken. (Ik was onervaren en hij was mijn pacemaker en mijn haas.) We liepen samen zonder een woord te wisselen. En ik had mijn koptelefoon op. Maar we liepen wel samen. Ik stopte bij 10 en hij liep door voor de 15. Ik heb hem nooit meer teruggezien. Ik jok, eigenlijk: vanmorgen zag ik hem weer. Maar daar kom ik nog op.

Enfin. Lopen was tot nu toe dus altijd individueel geweest. Solitair. De manier om te kunnen stoppen met denken en soms de manier om een probleem uit te knobbelen. The loneliness of the long distance runner. (Deze, dus. *klikkerdeklik*) Begrijp me niet verkeerd: solitair en dat dus fantastisch vinden hè, en niet in de zin van een o sole mio-klaagzang

Maar wat bleek: ik vond het heerlijk, met anderen lopen. We gingen langzamer dan mijn gebruikelijke tempo en dus bleek ik ineens adem en puf over te hebben om te babbelen. Ik ontdekte ineens dat long distance running ook kan in groepsverband. Er ging een wereld voor me open. En ik kon mijn medelopers op elke kilometer op de hoogte houden van het feit dat er weer een kilometer was afgelegd èn ik kon ze vertellen hoe lang we erover hadden gedaan. You gotta love GPS ontvangst op je loophorloge!

De lunchpauze daarop gingen we weer van start en terwijl ik mijn high-tec horloge zijn ding laat doen, zegt mijn loopcollega dat ik de romantiek uit het hardlopen haal.  (Conversatie tijdens het hardlopen:)

Ik (hijgend): huh?
Hij (hijgend): met je gadgets
Ik (hijgend): huh?
Hij (hijgend): Haha, hoe zeg ik dit netjes. *hij grinnikt en neem een paar ademteugen voor zijn metafoor* Stel dat jij en je man een geweldige avond hebben en jij vertelt hem op een goed moment dat het 1 uur en 53 minuten was en hoeveel calorieën jullie hebben verbrand...

Ik blijk dus niet alleen te kunnen hardlopen en babbelen, maar ik blijk dus ook te kunnen hardlopen terwijl ik heel hard aan het lachen ben! Kortom: ik kan ook hardlopen en socialisen! Het bevalt me heel goed, plezier hebben terwijl ik luister naar mijn eigen gehijg. Wie had dat gedacht...

Even later lopen wij als clubje op de geasfalteerde weg en hij kiest bewust het ruiterpad. Da's blijkbaar de romantiek van het hardlopen. En een kilometertje verder worden we aangevallen door een slecht aangelijnde herdershond. Ik gil in paniek en weet een survival-sprintje te trekken. Mijn collega van het romantische hardlopen wordt in zijn bovenarm gebeten. Gelukkig niet "door", maar pijn doet het wel. Maar aan het eind van het loopje, winkracht 8-9 tegen, aangevallen door een hond en tot snot kapot is hij blij. Dat is zijn romantiek van het hardlopen. Ik bekeek de rondetijden op mijn gadget, da's mijn romantiek.

Bevangen door het sociale aspect van hardlopen ging ik vanmorgen voor een informeel loopje. Wel een loopje waarvoor je je moet inschrijven, maar zonder chip en zonder toeters en bellen en heel kleinschalig. En zonder klok. Dat doe je maar lekker zelf. Ik drink koffie in de kantine en klets en het is enorm leuk. De sfeer is heel relaxed en ik geniet. Tijdens het lopen blijken vanwege de storm van vrijdag mijn benen te stijf om 15 aan te kunnen, dus tijdens het lopen kies ik voor 10. Ietsje langzamer dan ik gewend ben, maar da's okay. Dat kan makkelijk, bij zo'n informeel loopje. Uitslag komt toch niet met naam en toenaam op het internet te staan. Rond de 5 kilomter ga ik naast iemand lopen. Ik kom naast een loper lopen die al enige tijd pal voor me zat. De rest doen we samen. Ik heb mijn koptelefoon op en had in eerste instantie niet eens goed gekeken naar mijn medeloper. Pas na een kilometer kijk ik naar hem. Mijn ogen worden als schoteltjes zo groot: hij is het! Mijn pacemaker/haas van destijds! We lopen 5 kilometer samen, zij aan zij, zonder een woord te wisselen.

Bij 10 kilometer hou ik het voor gezien, ik heb 15 kilometer niet in de benen vandaag. Hij loopt door. Ik ga in de kantine zitten en raak aan de klets met mede-lopers. En ik bel naar huis dat ik wat later ben. Ik wil even wachten tot hij binnen is. We hebben nog even gebabbeld samen na zijn finish, even kort. Ik zwaai naar het andere clubje dat nog aan de koffie zit en ik stap op de fiets.

Op de fiets naar huis geniet ik dubbel en dwars na.

vrijdag 4 februari 2011

Instantaan het populairste jongetje van de klas

Groep 2/3 combi. In mijn tijd (Oma Punzel spreekt), hadden we nog een aparte kleuterschool. En we hadden klassen, geen groepen.
Smartboard. In mijn tijd hadden we een zwart schoolbord met akelig piepend schoolkrijt waar de juffrouw zo mooi een taart op kon tekenen als je jarig was.
Thema's. Dat hadden we in mijn tijd dan weer wel, geloof ik.
Voorbereidend huiswerk voor een primitieve spreekbeurt in groep 2. Dat hadden we zeker weten niet. Laat staan dat we het internet moesten betrekken bij het voorbereidende huiswerk thuis. Laat staan dat we überhaupt internet hadden.
Is het leuk, groep 2/3 anno nu? Ja. Zeker weten. Maar in mijn tijd had ik juffrouw Ans. En dat maakt dat het toen beter was dan nu. Juffrouw Ans deed aan macrame en had schildpadden. Als ik destijds het woord "cool" zou hebben gekend, zou juffrouw Ans cool zijn geweest. Of chill. Juffrouw Ans was best wel chill.

Enfin.

Deze maand is het thema "De Brandweer". En de klas is versierd accordingly. Zo exorbitant was dat ook niet, in mijn tijd. Enorm leuk om te zien is het wel!

Image Hosted by ImageShack.us

Image Hosted by ImageShack.us

Image Hosted by ImageShack.us

Een ander fenomeen in dezelfde klas is "de beroepenkring". Elk kind van de klas mag een keer een babbeltje houden over het beroep van een van zijn ouders. En omdat het thema van deze maand toch de brandweer was, was Wijzemans de pineut aan de beurt om iets te vertellen over het beroep van zijn vader.

Een kind mag van alles meenemen bij een bespreking, allerlei attributen en internetlinks en voorbeelden en dia's (oh nee die hebben ze dan weer niet meer, die hadden wij in mijn tijd) en Joost mag weten wat.

Wijzemans hoefde maar 1 ding mee te nemen. Eén real live attribuut. Ik geloof echter wel dat het betreffende attribuut insloeg als een bom. Ik zag monden openvallen. Een beetje vergelijkbaar met hoe ik reageerde toen ik hem voor de eerste keer zag, daar in die kroeg in 1999.

Image Hosted by ImageShack.us

Alle kindjes uit de klas waren zwaar onder de indruk. Niet alleen de juf kreeg een handje, maar De Brandweerman ook. (Zagen ze überhaupt nog dat het de papa van Wijzemans was? Ik betwijfel het!)

Maar het meest onder de indruk was Draakje. Niet omdat hij papa nou zo bijzonder vond. Nee. Hij mocht mee naar school en een hoger goed in deze wereld is er niet, vindt Draakje. (En geef hem eens ongelijk!) Hij mocht zijn jas uit en echt, echt zitten op een schoolstoeltje naast Wijzemans. Hij ging naar school, verkondigde hij al de hele morgen.

Wellicht hebben we maandag een probleem als hij dit moois niet nog eens mag en hoogstwaarschijnlijk hebben we een humongeous probleem als hij volgende week vrijdag naar de crèche moet. Maar niemand neemt hem (noch zijn broer) vandaag af. Wijzemans is instantaan het populairste jongetje van de klas.

Dat loedertje naast de Bevelvoerder, die toekomstige home wrecker, wilde perse naast mijn man gaan zitten op een stoeltje waar haar naam niet op stond. Die vertrouw ik dus niet meer.

Image Hosted by ImageShack.us